Jack Thomassen uit Drunen schrijft vele columns en korte verhalen. Ook voor Heusden.Nieuws zal hij ook in 2025 weer regelmatig een column schrijven over zijn belevenissen en met deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat over 'Als het beestje maar een naam heeft'
Op een industrieterrein, ergens net over rivier de Maas, belde ik aan bij een pand van één van onze leveranciers. Ondanks dat ik achter de voordeur weinig activiteit bespeurde, deed er toch iemand open. Een dertiger (schatte ik zo in) liet mij binnen en ik zag, terwijl ik langs hem heen liep, dat hij mij in een snelle oogopslag, van top tot teen bekeek. Alsof hij een check up deed, of ik wellicht iets onder mijn jas verstopt had waar ik op deze laatste dag als 'Loodsbaas' iets geks mee kon ondernemen.
Het enige waar hij bedenkingen over hoefde te hebben waren de stofplekken op de knieën van mijn werkbroek. Die was ik namelijk vergeten af te kloppen toen ik halsoverkop op de zaak weggestuurd werd om hier wat onderdelen op te halen. Nadat ik toegelicht had waarvoor ik kwam, zei de beste man dat de bestelde spullen ergens achter in het magazijn moesten liggen. Hij ging ze voor me zoeken. Wat waarschijnlijk enige tijd ging kosten. Of ik intussen koffie lustte?
Voor deze gewichtige taak werd iemand in een aan de receptieruimte belendend kantoortje geroepen: 'Erik? Wil je even komen, alsjeblieft?' Waarna er door die deuropening een jong ventje (voor mij tenminste) verscheen. Een beetje verlegen vroeg hij of ik koffie wilde, of wellicht iets anders?' Omdat het mooie logo van Douwe Egberts op het apparaat stond te fonkelen, leek me dat eerste wel een goede keuze: 'Doe maar een koffie, jonge vriend.'
Om de wachttijd niet al te ongemakkelijk te maken voor de jonge medewerker, knoopte ik een gesprekje met hem aan. 'Zeg eens kerel, ben jij pas hier komen werken? En mag ik vragen wat jouw functie is?' Kijk, van zulke vragen verdwijnt bij zulke gasten de onzekerheid als sneeuw voor de zon. De door mij verwachte verengelste functienaam liet hij dan ook heel makkelijk zijn kantoortje vullen. Iets zoals Software Developer & Business Analyst. Ik weet het niet meer, kan dat allemaal niet meer onthouden.
Niet dat hij daarmee zichzelf inschatte als 'the coming man' binnen het bedrijf, hoor. Het leek me best een bescheiden type. Maar het zal vast mooi op zijn LinkedIn-account staan, of interessant klinken wanneer hij met zijn voetbalmaten aan de bar van de kantine staat. Want dat deed hij blijkbaar ook. Voetballen dus. Dat was namelijk mijn volgende vraag. Daarna laat ik in zo'n gesprek het meestal aan de ondervraagde over of hij/zij ook iets van mij wil weten.
Toevallig heb ik onlangs bij ons bedrijf intern gesolliciteerd op een andere functie. Die ik inmiddels met vol enthousiasme aan het bekleden ben. Ter voorbereiding op de dus misschien komende vraag welke functie ik bij ons bedrijf heb, roerde ik niet alleen driftig de suiker en melk door de koffie, maar ook door mijn beperkte kennis van de Engelse taal. Want net als dit pas afgestudeerd broekie had, wilde ik op dat moment eigenlijk ook best een verengelste functieomschrijving.
'En u, meneer?', vroeg hij beleefd vanaf de andere kant van het bureau. 'Mag ik vragen wat uw werkzaamheden zoal inhouden?' Het klonk echt gemeend, en als oude rot wilde ik het joch heus niet voor de gek houden, echter het was te sterk. Ik had mijn antwoord immers net uit mijn op volle toeren draaiende brein getoverd. En gebaseerd op de informatie die ik toevallig pas over mijn directe chef had verworven, maakte ik er het volgende van...
'Wel, aangezien mijn leidinggevende Technical Logistics Coördinator achter zijn naam heeft staan, neem ik aan dat ik mij daarom Assistant Technical Logistics Coördinator mag noemen. Toch?' Het jong bleek daarvan niet bijster onder de indruk. Hij roerde zwijgend met een FSC-houten lepeltje door zijn koffie en dacht er blijkbaar het zijne van. Toen verscheen de collega weer ten tonele en kreeg ik de gewenste onderdelen in mijn handen gedrukt.
Ik had best nog wel even tijd om op deze meneer enkele vragen af te vuren, maar aangezien ze beiden bij de deur gingen staan, nam ik aan dat het tijd was om afscheid te nemen. De nog hete koffie nam ik mee: 'Lekker voor onderweg.' En met de klink van de voordeur in mijn hand wenste ik de jonge software developer & eeeh... whatever succes in de wedstrijd aankomende zondag. 'Nee, nee!', hoorde ik hem roepen. 'Wij voetballen op zaterdag!'
Ach natuurlijk, bedacht ik me achter het stuur van mijn busje. Dat had ik kunnen weten. Dat doen veel voetbalclubs aan deze kant van de Maas. Toen ging m'n telefoon. De chef belde: 'Hé ouwe, hahaha! Zit je weer ergens koffie te drinken? Waar blijf je nou met die onderdelen? De monteur wacht op je.'
Zoals u kunt lezen, zijn bij ons de grenzen niet zo heel breed. Of ze me nou ouwe noemen, of Assistant Technical Logistics Coordinator. Whatever. In de paar jaar dat ik nog moet werken, vind ik het allemaal best.
Nog veel meer verhalen als deze zijn van Jack Was Here zijn hier te vinden