Column van Jack Thomassen: Altijd wind tegen

11 okt , 9:09 Column Jack
lambooij3
Jack Thomassen uit Drunen schrijft vele columns en korte verhalen. Ook voor Heusden.Nieuws zal hij net als in 2023 ook in 2024 weer regelmatig een column schrijven over zijn belevenissen en met deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat over 'Altijd wind tegen'.
De jeugd van tegenwoordig, of misschien wel alle jeugdige generaties na de mijne. Ze trotseren heftige en ook lichte regenbuitjes wanneer ze naar school fietsen, alsof het ze niets deert. Het maakt ze niks uit of ze zeiknat op school komen en met die kleren in de klas moeten zitten. Dat hun spijkerbroek daardoor bijna de hele schooldag plakkerig aan hun benen kriebelt en jeukt? Dûh! Whatever!
Van een regenpak willen ze allang niets meer weten. Nou, volgens mij kan je dan net zo goed in korte broek naar school gaan. Beter natte benen afdrogen dan plakkende broekspijpen. Maar ja, een regenpak is niet goed voor je imago. Ik trek zo'n pak gewoon aan, hoor. Vaak zie ik dan onderzoekende blikken bij jeugdige tegenliggers. Boeien.
Toen ik vroeger van Drunen naar Waalwijk naar school ging, had ik steevast een regenponcho in mijn boekentas zitten. Tegenwind (we hadden altijd wind tegen) was lastig, maar doorweekte kleren vond ik pas goed klote. Zoals gezegd, dan broeide en kriebelde m'n broek de hele dag aan mijn dunne beentjes. Nee, daar had ik geen zin in.
Bij ons thuis hadden we geen auto, dus bij regen of harde wind tegen (alweer?!) kon ons moeder haar kinderen niet even wegbrengen. Dus stoempte ik tussen de weilanden, over de lange polderweg van dorp naar stad. Geen fiets met versnellingen, laat staan eentje met elektrische ondersteuning, of god beter me, een halsbrekend gevaarlijke fatbike. 
Grappig, want van die polderweg ligt er vandaag de dag nog een stukje asfalt van een meter of 20. Met zo'n grote witte driehoek erop, die waarschuwt dat je een voorrangskruising nadert. Deze kruising is er tegenwoordig niet meer op die plek. Het A&O-winkeltje van Jan en To Aerts aan de overkant van de Torenstraat trouwens ook niet. De boerderij van Van Dal wordt nu gebruikt door Jong Nederland.
De rest van die polderweg is helemaal weg. Net als de weilanden tussen ons dorp Drunen en de dijk waarop dat witte huis staat (van Lambooij). Alle weilanden en akkers, die ingesloten lagen tussen de achtertuinen van de huizen in de Grotestraat en de Torenstraat, de Heidijk en de Molensteeg met het witte Waterstaathuisje, moesten op een gegeven moment wijken voor nieuw te bouwen huizen.
Maar toen zat ik allang niet meer in Waalwijk op school. Wel herinner ik me dat ik aan het eind van mijn militaire diensttijd op die weg fietste, om in Waalwijk bij het Arbeidsbureau (weer iets van vroeger wat niet meer bestaat) naar een andere baan te zoeken. Bij terugkeer kwam me een wit busje tegemoet. 
Dat busje stopte. Het bleek van de Koninklijke Marreschaussee te zijn. Het raampje werd opengedraaid, waarna een hoofd met uniformpet naar buiten gestoken werd. Of ik J. Thomassen was? Wonende in de Lisztstraat te Drunen? Geboren september '61? Allemaal vragen met ja als antwoord. Aardige kerels, want ik mocht met hen meerijden. Echter niet naar ons thuis, maar met handboeien om naar hun kazerne in Vught. Daar sloten ze me op in een cel, maar uiteindelijk liep dit met een sisser af (lees ook: Een beetje dom).
Anders verging het een bekende dorpsgenoot van ons. Tijdens de bouw van de nieuwe wijk Venne-West was de beste man op het idee gekomen om zijn huisje ook maar eens te verbouwen. En omdat er aan de overkant van de straat toch genoeg bouwmaterialen lagen, besloot hij daar eens proletarisch te gaan winkelen. 's Nachts natuurlijk. Want sommige mensen menen dat het dan gratis af te halen is.
Dat werd de volgende morgen natuurlijk door de bouwvakkers opgemerkt. Of de politie erbij gehaald moest worden weet ik niet, want de dader kon immers makkelijk opgespoord worden. Het had die nacht namelijk gesneeuwd, en voetstappen leidden de bouwvakkers direct naar de doe-het-zelver, die doodleuk met de gestolen materialen aan het werk was.
Het laatste wat ik van die weg door de polder kan herinneren, was toen ik bij een revisiebedrijf in Waalwijk werkte. Op mijn fiets ploeterde ik 's morgens tegen wind en regen in (ja, alweer) om naar dat werk te gaan. Zie ik in de verte in de bocht bij het voormalige Autotron de service bus van onze monteur aan komen rijden.
Dat leek mij een mooie kans om enigszins droog op de zaak aan te komen. Dus ik zette even flink aan, om mijn collega bij de Overlaatweg op te wachten en een lift te vragen. Helaas, bij het eind van de polderweg aangekomen stond ik te zwaaien en te roepen om aandacht, echter de beste man zag mij door de regen totaal niet staan met mijn donkerblauwe regenponcho aan. Bah!
lambooij2
O ja, in mijn eerste schooljaar op de LTS, was onze klas op maandagmorgen vrij. Uitslapen dus. Ons ma was vaak zo lief om, voordat ik naar school vertrok, een paar lekkere pannenkoeken voor mij te bakken. Waarna ik met volle maag op weg ging. In de verte zag ik dan de grote kerk boven de huizen uit rijzen. Daarop kon ik zien of ik op moest schieten, of het juist rustig aan kon doen.
Tegenwoordig loop ik af en toe met mijn hond op dat resterende stukje polderweg. En kan ik nog steeds de kerk op het plein zien. Naar mijn werk ga ik op de fiets (nog maar een paar jaar). Wind tegen deert mij overigens ook allang niet meer. Ik heb nu een E-bike. En ziet u bij regenachtig weer een mannetje fietsen met feloranje regenkleding aan? Dat ben ik, want aan een nat pak heb ik nog steeds een gruwelijke hekel.
  Nog veel meer verhalen als deze zijn van Jack Was Here zijn hier te vinden