Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 182 van Historisch Heusden over Antonie van den Brandt, een dodelijk ongeval te Haarsteeg in 1901 Nieuwsblad De Maasbode schreef op 29 januari 1901: ’HAARSTEEG. In dienst van den alhier wonenden hovenier J. van Bladel, is Antonie van den Brandt, arbeider en wonende alhier.
Deze gebruikte met het gezin van Van Bladel heden het middagmaal en begaf zich daarna met een jong knechtje naar buiten. Eensklaps valt een geweerschot, onmiddellijk vliegt het overige gezin op en naar de plaats waar het schot is gevallen. In de schuur vinden zij liggende den genoemden arbeider, wiens geheele hoofd was verbrijzeld en dientengevolge dood. Mede vond men daar ter plaatse in bewustelooozen toestand liggen het jonge knechtje, dat vermoedelijk zonder opzet het schot had gelost en op het gezicht van het verschrikkelijke uitwerksel van zijn roekelooze daad van schrik in zwijm was gevallen’.
De hulpbede als advertentie in ‘De Noord-Brabanter’ d.d. 5 februari 1901’. Bron Delpher
Het ongeval
Het vreselijk ongeval veroorzaakte op die middag van zaterdag 26 januari een hevige beroering onder de bevolking van Vlijmen en Haarsteeg. Bij hovenier Van Bladel waren in een aan zijn woning grenzend schuurtje, de 45-jarige dagloner Van den Brandt en een bij Van Bladel inwonende knecht uit Amsterdam, op schafttijd aan het stoeien. Vlakbij stond op een mand tegen de muur een met hagel geladen geweer. Na elkaar enige ogenblikken geduwd en gestompt te hebben, greep de knecht naar het geweer en terwijl hij riep “wil ik je er eens aanprikken?” bracht hij de loop met een ruk in de richting van Van den Brandt, die op een hakblok zat. Plotseling ging het geweer af en de arbeider kreeg de volle lading hagel in het gezicht, zodat hij met verbrijzelde kaak en hersenpan morsdood neerviel. De Haarsteegse gemeenschap had diep medelijden met het ongelukkige slachtoffer en kostwinner, zijn vrouw en zes jonge kinderen. Maar men was ook innig begaan met het lot van de knecht, die spelenderwijs de oorzaak werd van het vreselijk ongeval. Voor de knecht moest de hulp van een dokter ingeroepen worden, daar hij als gevolg van de schrik de hele middag en avond buiten kennis verkeerde.
Dringende bede om hulp
Al binnen enkele dagen werd er een commissie opgericht met het doel geld in te zamelen om het gezin financieel te helpen. Er werd door Harrie Prinsen, hoofd van de Jongensschool, voor de landelijke kranten van begin februari 1901 een ‘hulpbede’ geschreven, zie afbeeldig. In de Provinciaal Noord-Brabantse Courant ’Het Huisgezin’ van 29 maart 1901 dankte H. Prinsen namens de commissie alle ca. 130 gevers uit het gehele land. Door hen was een bedrag van fl.824,- bijeengebracht en de collecte in Haarsteeg en Hedikhuizen had fl. 250,67 opgebracht, totaal fl.1074,67. Dat was in die tijd twee jaarinkomens van een landarbeider en dat zou nu ca. €25.000,- zijn. In het krantenbericht stonden alle giften afzonderlijk vermeld met de initialen van de schenkers en met afgekorte plaatsnaam. De giften varieerden van fl.0,10 tot fl.50,-. H.M. Koningin Wilhelmina schonk fl.40,-.
De rechtzitting
Van het ongeval werd op 28 februari 1901 proces verbaal opgemaakt. Door de onderzoeksrechter vond er een gerechtelijk onderzoek plaats. De verdachte werd gehoord en in bewaring gesteld. De stukken werden ter hand gesteld aan de Officier van Justitie, die daarop besloot tot vervolging over te gaan. Op 7 maart 1901 was in de Arrondissements Rechtbank te ’s-Hertogenbosch de rechtzitting tegen Johannes de Wind, 21 jaar, dienstknecht, wonende te Haarsteeg, gemeente Hedikhuizen. De rechtszaak was zonder raadsman/advocaat.
Met een witte cirkel is het woonhuis van weduwe Van den Brandt-Wolfs in de Ipperhoeve aangegeven. De straat vooraan is de Meester Prinsenstraat
De president van de rechtbank leidde de zitting, die begon met de dagvaarding en voorlezing en uitleg van het stafbare feit. Vervolgens hield de Officier van Justitie zijn requisitoir en ging en detail in op wat er die fatale middag in Haarsteeg was gebeurd. Hij ging uitvoerig in op de werking en de bediening van het achterlaadgeweer en over het zich vergewissen of het geweer al of niet geladen was. Het eindigde met: ‘Gehoord den Officier van Justitie in zijn requisitoir strekkend dat het der Rechtbank behage den beklaagde schuldig te verklaren aan het bij dagvaarding ten laste gelegde en te veroordelen tot eene hechtenis van vier maanden’.
De beklaagde wist dat het geweer daar hing om als er ganzen over het erf van Van Bladel vlogen daarop te schieten en dat daartoe dikwijls door Van Bladel gebruikt werd en zodoende geladen klaar stond. Beklaagde vertelde dat hij enkele dagen ervoor het geweer ongeladen aan Van Bladel had overgegeven. De rechter maakte de opmerking dat hij het gemakkelijk had kunnen controleren.
Vervolgens werd gemeenteveldwachter Struijken gehoord. Hij vertelde dat hij Van den Brandt bewegingsloos gevonden had. Zittende op een houtblok en met verbrijzeld voorhoofd. Ook dat hij samen met dokter Goossens het slachtoffer naar een lokaal in het raadhuis had gebracht. Getuige Goossens vertelde dat hij ter plaatse de dood had geconstateerd. Op 29 januari had hij, samen met dokter Alma, sectie op het lijk verricht. Het zeer gedetailleerde verslag van die sectie werd in de stukken van de rechtszaak opgenomen.
Getuige van Bladel kon alleen bevestigen hetgeen vorige getuigen hadden verklaard. Hij voegde er wel aan toe dat hij die ochtend het geweer had geladen. Nelisse, brigadier der Marechaussee, vertelde nog dat hij die middag het geweer en de patronen met hagel in beslag had genomen.
Weduwe Petronella van den Brandt-Wolfs (1860-1943) en haar broer Hein (1863-1943) vóór haar huis in de Ipperhoeve
De rechter konkludeerde afsluitend dat grote onachtzaamhheid en de onbedachtzaamheid daarstelt dat een normaal ontwikkeld persoon als beklaagde daarvoor strafrechterlijk aansprakelijk gesteld moet worden. Hij werd danook schuldig verklaard aan het veroorzaken van de dood van een ander en veroordeelde beklaagde tot een hechtenisstraf van vier maanden, conform de eis van de Officier.
Ipperhoeve
Enkele maanden later kocht de weduwe een huis met erf en weiland in de Ipperhoeve. Zij betaalde hiervoor fl.465,-. Naar alle waarschijnlijkheid is hiervoor een gedeelte van de opbrengst van de hulpaktie gebruikt. Zij woonde in dit huis tot haar overlijden in 1943. Haar ongehuwde zoon Jan (1890-1971) heeft hier ook gewoond tot zijn overlijden, waarna het huis werd afgebroken.
Bart Beaard, achterkleinzoon
Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan. Aanvoerder van het lokale nieuws. < Kijk hier voor agenda
< Volg HeusdenNieuws ook via Facebook
< Wist u dat wij iedere morgen meer dan 5000 nieuwsbrieven verzenden
< Wist u dat wij iedere dag meer dan 10.000 bezoekers hebben op onze website
< Adverteren op Heusden.Nieuws.nl stuur een mail