Aflevering 15 van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het over de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek St. Isidorus in Luttelherpt
't Is bekend in stad en land,
Van de gewone tot de hoogste stand,
Aan wie men 't vraagt, hetzij groot of klein,
't Moet roomboter van St. Isidorus zijn.
De oprichting
Op 6 februari 1907 wordt in een vergadering van de R.K. Boerenstand, na een inleiding van zuivelconsulent de heer mr. J.J. Wintermans, besloten een eigen boterfabriek te beginnen en niet bij Drunen aan te sluiten. De naam wordt St. Isidorus, patroon van landbouwers en emigranten. De statuten worden vastgesteld en er wordt besloten te bouwen op een stuk grond van H.J. Luyben naast ‘Het Oude Maasje’ te Luttelherpt, gemeente Hedikhuizen, de plaats waar de voormalige fabriek nu nog staat. De grond wordt gekocht voor ƒ1,40 per m2. De bouwkosten bedragen ƒ13 à ƒ14.000 en de fabriek wordt gebouwd door A.J. van Horen uit Herpt. De benodigde apparatuur wordt geleverd door ’s-Hertogenbossche Machinefabriek Henri Grasso.
Op de vergadering van 23 december 1907 wordt het salaris van de directeur vastgesteld op ƒ10,—
per week plus een 1/10 % van de boteropbrengst, waarbij wordt opgemerkt dat dit salaris nogal hoog is! De boeren zijn verplicht lid te worden van de zuivelfabriek en van de N.C.B (Noordbrabantse Christelijke Boerenbond).
Op 6 mei 1908 gaat de stoomzuivelfabriek, in de volksmond ‘Boterfabriek’ geheten, draaien met een aantal van 240 koeien, niettegenstaande er in de oprichtingsvergadering 300 zijn opgegeven. Oprichter en eerste voorzitter is de heer Toon van Grevenbroek en hij blijft dat tot 1922. Er werken in aanvang 6-8 mensen met een directeur. De eerste directeur is de heer Gerrit Miedema en hij blijft dat tot 1912, wanneer hij wordt opgevolgd door zijn broer Simon Miedema. Er is een bestuur en een Commissie van Toezicht. In de Commissie hebben de pastoors en de burgemeesters van Hedikhuizen en van Herpt & Bern c.a. zitting. In aanvang wordt melk door centrifuge omgezet in room voor boter en blijft ondermelk of ontroomde melk over. De boter wordt geleverd aan de Botermijn in Den Bosch en aan een Belgische en Duitse firma. De boter voor België en Duitsland wordt verzonden in botermanden met ieder 10 kluiten van 5 kg in speciale doekjes gewikkeld. De ondermelk wordt gebruikt als veevoer of voor de productie van kunstboter, beter bekend als margarine.
Het bedrijf blijft investeren
Al in 1910 is er een uitbreiding met de bouw van een bergplaats, een kantoorlokaal en voor een grotere boterproductie wordt een koelmachine geplaatst. De werkzaamheden worden uitgevoerd door A.J. van Horen, metselwerk, en P. van Gerven, timmerwerk. In 1912 wordt dagelijks al 10.000 liter melk verwerkt. In 1913 wordt er weer een uitbreiding gerealiseerd en in de Echo van het Zuiden van 29 januari staat daarover:
“De stoomzuivelfabriek St. Isidore alhier zal eene belangrijke uitbreiding ondergaan. De uitslag der gehouden aanbesteding is als volgt:
- het bouwen van een ketelhuis met aanhoorige werken is aangenomen door A.J. van Horen, metselaar te Herpt.
- het daar stellen van een 20 Meter hoogen schoorsteen is opgedragen aan de firma Cannoy Herfkens te Venlo.
- ketel en drijfmachine van 20 paardenkracht zal worden geleverd door den heer van Riel, machinefabrikant te Tilburg.”
De totale kosten zijn berekend op ƒ11.000. Het bedrijf blijft investeren, waarom er een vergelijk wordt gemaakt met de St. Janskerk in Den Bosch, waar men nooit klaar is met repareren.
In 1915 gaan 100 van de 167 leden ermee akkoord om de ondermelk aan N. V. Stoomzuivelfabriek Aurore in Rotterdam te leveren, die het nodig heeft voor exportproducten. Het gaat hierbij om een dagelijks levering van min. 5000 liter. In dit jaar gaat men ook over tot het verpachten van de melkritten en melkrijders kunnen daarop inschrijven. De melkrijder verzorgt het transport van de melkbussen van de boeren naar de melkfabriek en terug. Eenmaal in de veertien dagen geeft hij bij de boeren een envelopje af met het melkgeld. De boeren streven naar klasse 1, want dat betekent 1 cent per liter meer. Klasse 3 betekent een cent per liter minder.
In 1916 is er weer een aanbouw, nu voor een grotere karn. Men heeft dan ook te maken met de wettelijke plicht om de ondermelk te pasteuriseren op een temperatuur van 85° Celsius. In 1926 wordt een plan goedgekeurd voor de aankoop van grond en de bouw van een directeurswoning naast de melkfabriek.
Commissie van Toezicht
Na het overlijden in 1930 van Jan van Bokhoven, burgemeester van Hedikhuizen en voorzitter van de Commissie van Toezicht, wordt J. van Heereveld uit Cuijk aan de Maas zijn opvolger. Rumoer ontstaat er wanneer Heereveld het voor mekaar krijgt de kolenleverantie voor de melkfabriek onder te brengen bij zijn privé kolenhandel. Directeur Simon Miedema is daar fel op tegen, ook omdat de afgesproken kolenprijs hoger is dan de adviesprijs van de Brabantse Zuivelbond. Vooral Christ van Herpt heeft zich toen met de zaak bemoeid en het resultaat is geweest dat, mede onder druk van Gedeputeerde Staten, het teveel betaalde geld door Heereveld terugbetaald moet worden. Heereveld stapt uit de Commissie van Toezicht en de directeur moet na 22 jaar wel vertrekken. Hij vraagt weliswaar zelf per 1 april 1933 zijn ontslag. Zijn opvolger wordt Gerrit Boswerger, die tot 1947 blijft. Daarna wordt Theo Geurtz de laatste directeur. Door genoemde affaire krijgt de Commissie van Toezicht en het bestuur een heel andere samenstelling. Op 2 november 1933 wordt Christ van Herpt tot voorzitter gekozen en hij blijft dat tot de sluiting in 1961.
In de loop der tijd is de fabriek herhaaldelijk uitgebreid. Hoewel zij onder de kleinere fabrieken moet worden gerangschikt, staat zij aan de spits van de aangesloten fabrieken bij de Brabantse Zuivelbond vooral wat de kwaliteit van haar producten betreft.
Naar het einde
Meteen na de oorlog wordt er veel werk gemaakt van tuberculosebestrijding, mond- en klauwzeerinspuiting, melkcontrole vanuit de fabriek (ƒ6,43 per koe) en de melkcursus. In 1948 wordt gevierd dat het 40 jaar geleden is dat de boterfabriek is opgericht. Christ van Herpt maakt een keurig Jaarverslag over het verloop van de fabriek gedurende 40 jaar. In 1950 wordt er weer geïnvesteerd in de verbouwing van de fabriek (banklokaal, laboratorium en kantoor), een bussenspoelmachine en een pasteur. De werkzaamheden worden begeleid door Technisch Bureau Martens en Kramer uit Oosterhout, een bureau dat werkt voor meerdere melkfabrieken, o.a. ook voor Drunen en Sprang-Capelle.
Het bedrijf draait verder en bv. in 1954 wordt 3.239.592 kg. melk verwerkt en bedraagt de omzet ƒ724.147,82. De cijfers zijn tot eenieders tevredenheid. In 1958 wordt het 50-jarig jubileum gevierd met receptie en groot feest in de fabriekshal van Verolme in Heusden. Maar in 1959 wordt er in de ledenvergadering uitgebreid stilgestaan bij de toekomst van de fabriek. Door de Algemene Nederlandse Zuivelbond wordt aan de Langstraatse zuivelfabrieken geadviseerd samen te gaan waarbij Drunen een leidende rol zal krijgen. In een stemming wordt besloten niet met Drunen samen te gaan, ook een samenwerking met VZ in Heusden is niet haalbaar en besloten wordt als zelfstandig bedrijf verder te gaan. Maar in die periode worden de boerderijen met hun aantal koeien steeds groter, waardoor steeds meer melkbussen nodig zijn en die in de zomer 7 dagen per week elke dag 2 maal opgehaald moeten worden. Melkfabriek St. Jan in Den Bosch begint met gekoelde tankwagens en met gekoelde tanks voor de boeren, waardoor het logistiek allemaal eenvoudiger wordt. En als dan de melkprijs in Den Bosch acceptabel is t.o.v. Herpt en Drunen is de beslissing niet moeilijk. In 1961 wordt uiteindelijk besloten met de activiteiten te stoppen. De fabriek is in 1966 ontmanteld en verkocht.
Bart Beaard
Toon - Antoni Johannes van Grevenbroek (1848-1922), oprichter en eerste voorzitter van de melkfabriek. Collectie Kees van den Oord.
De nieuwe melkfabriek in het jaar 1909. Collectie Nico de Bonth.
De melkontvangst. Leren riemen drijven de machines aan. Bron: Jaarverslag 1948, Chr. van Herpt
Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief.
en meld je aan.
Aanvoerder van het lokale nieuws.