Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 230 van Historisch Heusden over 'De overvaart Heusden-Nederhemert met het Klein Veertje. Vanaf de 13e eeuw was er bewoning in Heusden en was er een overvaart van de rivier op Nederhemert. Aanvankelijk was dat de Oude Maas, na 1480 de Afgedamde of Doode Maas en vanaf 1904 de Bergsche Maas.
De veerrechten en de daarmee gepaard gaande opbrengsten waren voor de helft voor de Stad Heusden en voor de andere helft voor de Heerlijkheid Nederhemert. Al in 1310 kreeg Jan van Hemert, Heer van de Heerlijkheid Nederhemert, het geleende eigendom: de vis- en veerrechten, de jachtrechten, het collatie- of kerkelijk recht enz. Het verpachten van het veerrecht, de veerboten en het veerhuis lag bij de rentmeester van de Heerlijkheid. De Heerlijkheid Nederhemert had ook nog de overvaart naar Noord (Nederhemert-Noord) en naar Aalburg. Deze rechten bleven door vererving binnen de adellijke familie. Na het ontstaan van de Bataafse Republiek in 1795 en met de Staatsregeling van 1798 werden alle heerlijke rechten afgeschaft. In het begin van de 19e eeuw bezat de freule weduwe O.F.L. van Nagell geboren gravin Bentinck op Nederhemert 400 ha grond, oftewel 2/3 van ’t Aailand.
De veerverbinding
In Heusden vertrok de
veerboot bij de veerstoep aan de Maas in het verlengde van de Waterpoort. Toen
in de 14e eeuw de stadsmuur gebouwd werd zorgde men voor een afsluitbare
doorgang in de stadsmuur in het verlengde van de Waterpoort. De overvaart was eeuwenlang
voor de bewoners van Nederhemert belangrijk om hun boter en andere producten in
Heusden te kunnen verkopen en in de stad te kunnen winkelen. Een drukke periode
had de overvaart in de 80-jarige oorlog met de wisselende Spaanse en Staatse
troepen. De Spaanse bevelhebber graaf Van Mansfeld liet in 1589 vlakbij het
kasteel de fortificatie ‘De Oude Schans’ aanleggen. De verplaatsing van de
legertroepen naar en van Heusden ging met deze overvaart.
Vanaf 1577, toen Heusden zich bij de Staten van Holland had aangesloten, werden rondom Heusden de vestingwerken aangelegd en kwam er een bastion tegen de stadsmuur bij de Waterpoort. In het bastion was een stenen trap aangelegd vanaf de veerdam naar de doorgang in de stadsmuur. Op het bastion was de bel om de veerbaas te waarschuwen. In Nederhemert was er een weg vanaf het kasteel en eindigde bij de veerdam aan de Maas. Op een terp was het veerhuis gebouwd. Ter bescherming tegen ijsschotsen was het veerhuis omringd door hoge en dikke bomen. En natuurlijk was er ook een bel om de veerbaas te waarschuwen.
Reglement
Er is een vierjarige pachtovereenkomst
uit het jaar 1621 bewaard gebleven tussen Johan Torck, Heer van Hemert, en veerbaas
Gert Geurtsen. De jaarlijkse pacht voor veerrecht, veerboot en veerhuis bedroeg
toen fl. 150,- . In het contract waren rechten en plichten omschreven, zoals; tarieven,
veertijden en het hebben van een veerknecht. Dan zijn er nog veerreglementen bewaard
gebleven uit 1705, 1763 en 1770. In deze reglementen ging het om het gebruik
van de veerboot; een roeiboot, geschikt voor 20 personen en klein vee.
Foto Links: Omlegging
van de Bergsche Maas bij Heusden in 1972, gezien vanaf de brug. De rode
cirkel geeft aan waar het veerhuis heeft gestaan. Collectie SALHA
Foto Midden: Kaart van Heusden
en Nederhemert, gemaakt door Prévost in 1734. De groene lijnen
zijn de veerverbindingen vanaf het bastion Waterpoort naar Nederhemert Zuid en
Noord. Collectie Nationaal Archief.
Foto Rechts: Pentekening van D.T. Gevers van Endegeest uit 1832, met
het veerhuisje tegenover Heusden op de weg naar het kasteel van Nederhemert. Bron:
Regionaal Archief Tilburg.
Postverkeer
De veerbezetting kreeg
uitbreiding van klandizie met de komst van het Postwezen, waarvoor in Heusden
een postcomptoir of –kantoor was gekomen. Bij de veerverpachting in 1779 werd
overeengekomen, dat de veerbaas, nu ook postbodeloop, dagelijks bij de Heer
en/of Vrouwe van het kasteel post zou brengen en halen. De bodeloop moest ook
de kosten van porto en vervoer innen, omdat deze in die tijd door de
postontvanger betaald moesten worden. Toen in 1850 de Postwet werd aangenomen,
werd de postzegel ingevoerd en moest de verzender voortaan de portokosten betalen.
Ook kwam er toen in alle dorpen een hulppostkantoor, zo ook op Noord. Tweemaal
daags moest nu een bodeloop vanaf het hoofdpostkantoor in Heusden te voet, en
vanaf begin 1900 met de dienstfiets, post bezorgen in Nederhemert en post brengen
en halen bij het hulppostkantoor op Noord. Daarvoor moest hij én in Heusden én
in Noord overvaren. De veerbaas van Nederhemert had de gecombineerde functie
van bodeloop en veerbaas voor de overvaarten zorgden zijn hulpveermannen. Dit
heeft geduurd tot het midden van de vorige eeuw toen de postbezorging naar de
postkantoren door postauto’s werd overgenomen.
Maasmondwerkzaamheden
In het begin van de
vorige eeuw werden de Maasmondwerkzaamheden gerealiseerd. Ten noorden van Heusden
werd de Bergsche Maas gegraven, waarmee de rivier een eigen uitstroming naar de
Noordzee kreeg. In die periode werden de Heusdense brug over de Bergse Maas en de
Eilandse brug over het Heusdens Kanaal aangelegd en kwam er het Bernse Rijksveer.
De bereikbaarheid van Altena en de Bommelerwaard werd hierdoor aanzienlijk verbeterd
en het gebruik van het Klein Veertje verminderde hierdoor. Door de aanleg van
de noordelijke Maasdijk lag het veerhuis voortaan in de noordelijke
uiterwaarden of Hemertse Waard. Vanaf het veerhuis was de straat verlengd en
was er een nieuwe veerdam aangelegd.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog werden beide bruggen door het Nederlandse leger opgeblazen en kwam het veer tijdens de reparatieperiode weer meer in het gebruik. Dat gebeurde nogmaals op 5 november 1944 toen de Duitsers de bruggen opbliezen. Door hen werd ook het veerhuis, waar toen familie Van Kooten woonde, verwoest. Na de oorlog werd er voor nood nog een houten veerhuis gebouwd, maar de familie Van Kooten ging binnendijks in Nederhemert wonen.
Op het einde
In 1957 werd de
overvaart gestopt en was Bart van Kooten de laatste veerbaas. In de loop der
eeuwen zijn er velen veerbaas geweest. Bijzonder is wel dat Arnoldus Kuijpers,
zoon Bastiaan en kleinzoon Gijsbert vanaf 1823 tot 1929 veerbaas-bodeloop zijn geweest.
In 1992 werd de bedding van de180 meter brede Bergsche Maas naar het noorden verlegd en kwam de Maas geheel in de Hemertse Waard te liggen. De fundering van het veerhuis en de veerdam werden daarvoor helemaal verwijderd. De verlegging van de Maas was nodig voor de aanleg van een stromingsvrij bassin voor de tewaterlating van schepen door Scheepswerf Verolme, nadat door de Deltawerken er op de Maas geen eb en vloed en ook geen droog tij meer was.
P.S. Dit artikel is samengesteld met informatie uit de publicatie ‘Veren, veerlui en veerhuizen van Nederhemert’ door Gerard Hoogbergen.