Historisch Heusden: Lips Schroevengieterij NV Drunen in de oorlogsperiode

08 jan , 10:14 Historisch Heusden
452
Salha

Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 210 van Historisch Heusden over Lips Schroevengieterij NV Drunen in de oorlogsperiode. Max Lips vestigde zich met zijn bedrijf, de ’s-Hertogenbossche Scheepsschroevengieterij, vanuit ‘-Hertogenbosch in Drunen.

Op 2 september 1939 werd de eerste schroef gegoten. Diezelfde dag maakte Engelse minister-president Neville Chamberlain de oorlogsverklaring van Engeland aan Duitsland bekend. Voor bedrijven en personen brak een onzekere toekomst aan. In de maanden erop werden 75% van de lopende orders geannuleerd, waaronder de order van scheepsschroeven voor de Nederlandse HM-onderzeeboten O19 t/m O27. Een zware last voor een bedrijf met een nieuw gebouwde fabriek waar omstreeks 40 mensen hun brood verdienden. De ondernemer Max Lips maakte nieuwe plannen en besloot grotere schroeven te gaan maken. Daarvoor werd de fabriek uitgebreid en werd een grotere smelt- en gietoven  aangekocht. Op 15 mei 1940 capituleerde Nederland en al snel kreeg het bedrijf het nodige te stellen met de bezetter. Voor de Duitse oorlogvoering werd het bedrijf aangemerkt als ‘kriegswichtig’, wat wilde zeggen dat alle voorraden geblokkeerd werden en slechts met toestemming van de bezetter mocht worden geproduceerd. In dit artikel een samenvatting van hetgeen het bedrijf en Max Lips persoonlijk in deze oorlogsperiode is overkomen.

Beginperiode
In die jaren had het bedrijf en Max Lips zelf, als belangrijkste doel het bedrijf door de oorlogsperiode te loodsen om na die tijd met opgeheven hoofd aan de wederopbouw te kunnen beginnen. Het was van belang ervoor te zorgen dat het bedrijf bleef draaien en niet zou worden ontmanteld. Men realiseerde zich dat enerzijds de bezetter, waar mogelijk, tegengewerkt diende te worden, anderzijds dat in bepaalde gevallen aan de bezetter toegegeven zou moeten worden om het vijandelijke vertrouwen niet te verliezen.  En dan was er ook de verantwoordelijkheid van de directie voor het personeel. Al snel liep men gevaar om door de Duitsers weggevoerd te worden voor gevangenschap en/of voor de ‘Arbeitseinsatz’.

Zo had Max Lips al afspraken gemaakt met leidinggevenden om bij zijn mogelijke afwezigheid de leiding van het bedrijf op zich te nemen. De eerste jaren van de bezetting verliepen rustig. Er werd een hal gebouwd en er werden proeven genomen met het vormen en gieten van grotere ijzeren schroeven. Schroeven werden gegoten voor K.N.S.M. en Mij Zeetransport.

Nieuwe ontwikkeling
Ook werd de holle plaatstalen schroef ontwikkeld, waarop 12 patenten werden verkregen. Mogelijk was het idee hiervoor ontstaan in de tijd dat hij bij Ford Amsterdam werkte en daar kennis had opgedaan met het vervormen van staalplaat. Lips kwam met deze ontwikkeling in conflict met de Duitse Luftwaffe en de Kriegsmarine. Tussen beide instanties was nogal controverse. Lips wilde baas in eigen huis blijven en wilde met zijn bedrijf zelf de holle plaatstalen schroef verder ontwikkelen en produceren. De Luftwaffe wilde die ontwikkeling voortzetten voor vliegtuigpropellers en de Kriegsmarine voor scheepsschroeven. Tussen beide ontbrandde een felle strijd om het bezit van de fabriek. De fabriek werd onder ‘Verwaltung’ gesteld, door de Luftwaffe in beslag genomen en de Kriegsmarine legde beslag op het ontwerp.

Foto Links: Max Lips, *’s-Hertogenbosch,18 augustus 1913, †Lax (CH.) 28 april 1986. Collectie Bart Beaard
Foto Rechts: Het Klein Schroeven Bedrijf – KSB, ca. 1948. Bron SALHA

Verborgen koper
De problemen werden nog groter toen op 29 maart 1943 tegen Max Lips en de bedrijfsleiding verdenkingen rezen. Het bedrijf had op een stuk grond in de Wolfshoek een hoeveelheid van 229 ton koper in de grond verborgen en dit was aan de bezetter verraden door een medewerker van het bedrijf. Door de nachtwakers waren de koperen broodjes ’s-nachts begraven. Max Lips en de bedrijfsleider werden door de S.D. gearresteerd. Lips wist te ontsnappen en via de ontsnappingslijn van “Vrij Nederland” kwam hij tot de Frans-Zwitserse grens, waar hij gearresteerd werd. Hij werd gevangene in de Wehrmacht-gevangenissen in Belfort (F) en later in Dijon (F). Hierna werd hij op transport gesteld naar de gevangenis in Scheveningen. De contacten met Max Lips door mevr. Lenie Lips-Canters en het bedrijf liepen toen via advocaat mr. H. Holla uit Vught, die ook zorgde voor de juridische bijstand. Holla wist Lips vrij te krijgen wegens ‘Kriegswiechtigkeit’ van de experimenten met de nieuwe vinding (de holle plaatstalen schroef) en belangrijke afleveringstijden van Kriegsmarine-orders. Lips werd op 31 juli 1943 door de Wehrmacht naar huis gebracht. Het bedrijf was inmiddels in opdracht van Rijkscommissaris Seyss-Inquart in beslag genomen en er was een Duitse beheerder (Verwalter) aangesteld. Lips mocht alleen technische leiding geven en moest verder gaan met de experimenten. In die tijd werd Max ernstig ziek en moest enige tijd bed houden. In het begin van 1944 werd Lips veroordeeld wegens overtreding van de “Metallverordnung”. De 229 ton koper werd verbeurd verklaard en hij moest de proceskosten van fl. 11.000,- betalen. In 1944 werd de druk van de Duitsers geleidelijk minder en na D-Day was het afgelopen.

Collaboratie
Al die contacten brachten hem na de oorlog in de problemen door vermeende collaboratie. Op 25 november 1944 werd hij door de OD (Ordedienst) uit Waalwijk gearresteerd. Hij bleef zeven dagen gevangen maar kwam vrij met de verklaring: ‘dat het Lips gelukt is de constructie en productie der plaatstalen holle schroeven zodanig te leiden, dat de vijand er nimmer enig voordeel van had in welk opzicht ook’. Toen startte Max Lips met de contacten met Engelsen en Amerikanen voor een gezamenlijk naoorlogse exploitatie van holle plaatstalen scheepsschroeven. Op 20 mei 1945 werd hij opnieuw vanwege vermeende collaboratie door de O.D. te Waalwijk en in voorarrest gesteld op de Papenhulst in ’s-Hertogenbosch. Hij werd ook enige tijd in Interneringskamp Vught geïnterneerd. Men vond toen dat de Duitsers wel voordelen gehad hadden aan de nieuwe vindingen en ook scheepsschroeven gefabriceerd zouden hebben.  

Salha

Een scheepsschroef op transport, vóór hal 01, in 1939. Bron SALHA

Door en voor de staf van het bedrijf werd een boek samengesteld met de titel ‘Collaborateur?’ en een ondertitel ‘Ter oriëntatie in de zaak Lips’ en dit werd in een zeer beperkte oplage verspreid. Het boek bevatte alle informatie die met de zaak te maken had, o.a.: afgelegde verklaringen van Lips en Holla, Gestapo Rapporten, de verzoekschriften om vrijlating van personeel en vele anderen. Op 26 november 1945 werd de hechtenis omgezet in huisarrest en op 21 januari 1946 opgeheven en kwam de Onvoorwaardelijke Buitenvervolgingstelling. Max Lips was gezuiverd voor economisch collaboratie en werd nooit gerechtelijk vervolgd. De hele behandeling en bejegening tijdens zijn verblijf in Interneringskamp Vught wekte zoveel verbittering bij Max Lips, dat hij na de oorlog van zijn bedrijf een asiel maakte voor mensen met een besmet oorlogsverleden. Begrijpelijk, maar niet prijzenswaardig.

Bart Beaard