In de kerkenbouw was het gebruikelijk om een dakruiter te bouwen voor het Angelusklokje, een kleine luiklok met een hoge toon. Het klokje werd driemaal daags (om 06.00 uur, om 12.00 uur en om 18.00 uur) geluid om de bewoners op te roepen voor het RK-gebed ‘Angelus Domini nuntiavit Mariae’.
Het gebed was beter bekend als ‘De Engel des Heren’. Het luiden bestond uit 3x3 slagen. Gewoonlijk was de dakruiter op het dak van een kruiskerk geplaatst op het snijpunt van het schip, het koor en de transepten. Dit snijpunt werd ook viering genoemd, vandaar de naam vieringtoren. In Drunen werd in 1872 de neogotische Lambertuskerk gebouwd met een vieringtoren, waarin een Angelusklokje hing. De middellijn van die klok was 50 cm en het woog 105 kg. Met de bevrijding in oktober/november 1944 werd de kerk totaal verwoest. Het Angelusklokje is in het vuur van het brandende kerkdak verloren gegaan.
Foto Links: De Angelustoren met het klokje, van bovenaf
gezien. Droneopname Jan Quirijnen.
Foto Rechts: Het Angelusklokje hangt aan een draaibare klokkenbalk, waarmee de klepel
op de klok slaat. Aan de linkerzijde bevindt zich de elektromagnetische hamer,
die ook op de klok kan slaan. Droneopname Jan Quirijnen
Bij de nieuwe Lambertuskerk is aan de oostzijde van het koor een Angelustoren in bakstenen metselwerk gebouwd. Het metselwerk van beide kolommen is afgedekt met een grindbetonnen plaat, waarop een klein pannen gedekt zadeldak geplaatst is. De timpaan of het driehoekige gevelveld is in metselwerk gemaakt. Bovenop staat een smeedijzeren Latijns kruis. In de vloer van de toren is een koker ingemetseld voor het kloktouw en de elektradraden. In 1954 is bij N.V. Nederlandse Klokkengieterijen B. Eijsbouts uit Asten een nieuwe klok vervaardigd.
De klok weegt 285 kg. en het kostte fl. 4.050,-. De klok hangt tussen de kolommen in een draaibare klokkenbalk. De klok kan worden bediend door het luien en door de elektromagnetische hamer. In 1999 is de klok tegelijk met het carillon gereviseerd en gestemd. De klok werd geïntegreerd in de automatische besturing van het gehele carillon, dat zich in de kerktoren bevindt.
Bart Beaard