Volgens het Kohier der Verpondingen stonden op deze plaats, nu Stadshaven 21 en 21a, twee kleine huisjes, met de naam ‘Huisinge brouwerij van den Hollandse Tuyn’. In 1631 verkocht L. van Orten zijn bezit aan Willem van Guldenhoek en hij op zijn beurt in 1674 aan Anneke Kuysten.
Op 28 december 1735 bood Pieter van Sprangh in de Leydse Courant de brouwerij te koop aan. Chirurgijn Jan Vatelet werd de nieuwe eigenaar, die vervolgens de brouwerij in 1747 verkocht aan Gerrit Bax. In 1766 werd schepen Christoffel Rietvelt de nieuwe eigenaar. Na zijn overlijden in 1804 werd de brouwerij met behulp van enkele knechten door de weduwe Henrietta van Bronkhorst, ‘ene vrouw van educatie’, draaiende gehouden. Na haar overlijden op 7 januari 1816 werd al op 27 augustus de brouwerij openbaar geveild ‘ten verzoeke der Erven wijlen Vrouwe de Weduwe van den Heer C. Rietvelt’. De nieuwe eigenaar werd jeneverstoker en burgemeester Joannes Jacobus Bax (1773-1840), getrouwd met Adriana van Dongen.
De advertentie van 28 december 1735:
‘Binnen de Stad Heusden in Holland
zal worden verkogt een groote, schoone, neeringryke, en vertimmerde Brouwerye,
voerende, het teeken van den HOLLANDSCHEN TUYN, daar in van outs, en noch tot
heeden toe met veel Succes goede Bieren werden gebrouwen. Staande aan de Haven,
voorzien met een Mouterye, Rosmoolen, Keetels, Koelbakken, Kelders, overvloedig
vaatwerk, vertrekken met Engelse Glazen, Stallinge voor zes Paarden, royaal
boven- en benedenkamers, en voorts met zoodanige Brouw-Gereedschappen, als tot
een wel-geconditioneerde Brouwerye is behoorende. Etc.’
Ziekenverpleging
Ook in het minuutplan van 1831 staat J.J. Bax vermeld als eigenaar van de
twee panden. De panden werden in 1839 aan griffier A. Tierens verkocht. In 1874
werden de panden na een verbouwing vereigd. Waarschijnlijk werden toen een nieuw
dak en een nieuwe voorgevel geplaatst. Het pand bleef tot 1904 in het bezit van
familieleden Tierens. Het werd verkocht aan H.B.H Malingré, die het verhuurde
aan de ‘Protestantsche-vereniging’ met bestemming ‘Ziekenverpleging voor alle
Gezindten’.
De Noord-Brabanter schreef op 3 mei 1904 onder ‘Protestantsche ziekenverpleging’:
‘De kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Heusden, heeft een circulaire gezonden waarin zij de geloofsgenooten tot het geven van bijdragen aanspoort, om te komen tot een eigene protestantsche ziekenverpleging. Reeds heeft de gemeente een ruime woning gehuurd, en een tweetal pleegzusters wijden daarin hare zorgen aan een vijftal verpleegden. Maar men wil verder zien te komen, zoo ver dat men voor operaties niet meer zijn toevlucht zal moeten nemen tot het Roomsche gesticht (Rooms Katholiek Gasthuis aan de Demer uit 1896. Red.). De circulaire is volstrekt niet hatelijk tegen de Roomschen gesteld. Wel wordt gewezen op het overwegend protestantsche Land van Heusden en Altena, waar van Roomsche zijde gedurende 10 jaren schitterend in zulk eene behoefte wordt voorzien en de deuren ook voor Protestanten openstaan, maar waar het gevaar niet denkbeeldig is dat opname in een Roomsch ziekenhuis, gevolgd wordt door opname van het Roomsche geloof.’
Maar wegens een constant tekort aan inkomsten uit verpleeggelden en aan diaconessen werd het ziekenhuis in 1933 opgeheven. Het pand, aan het toenmalige Wilhelminaplantsoen, werd verkocht aan de arts A. van Geluk en in 1938 aan arts J.J. Havelaar. In 1949 werd Louis van Wagenberg, directeur-eigenaar van de Heusdense Conservenfabriek, de nieuwe eigenaar. In 1968 werd het pand gesplitst ten behoeve van twee nieuwe eigenaren.
Foto Links: De gevelsteen is
in 2004 ontworpen en vervaardigd door René ’van Boxtel. Foto Ad Pellemans.
Foto Rechts: Het pand Stadshaven 21
en 1a te Heusden, tijdens de Bevrijdingsfeesten op 3 mei 2025. Foto Ad
Pellemans
Bouwstijl van het Rijksmonument
22107
Het pand heeft een dwars schilddak,
waarbij gedeelten dwars op het hoofddak staan.
De daken zijn gedekt met rode terracotta dakpannen, type Verbeterde
Holle. De lijstgevel heeft aan de bovenzijde een kroonlijst met bakgoot. De
gevel is gebosseerd, grijs gepleisterd en voorzien van V-groeven, waardoor een
blokvormig aanzien is ontstaan. De blokvorming geeft een robuuste uitstraling
van het bouwsel. Boven de kozijnen zijn de blokken als rollagen waaiervormig
aangebracht. Het pand is voorzien van een twaalftal schuifraamkozijnen met opschuifbaar
onderraam en vast bovenraam. De ramen hebben een kleine roedeverdeling. De
vensters hebben hardstenen onderdorpels. De paneeldeuren hebben bovenlichten
met een symmetrische glasverdeling. De gecementeerde gevelplint is ca. 80 cm
hoog, heeft aan de bovenzijde een dorpel en aan de onderzijde een voetplint en is
grijs geschilderd. Aan de linkerzijde van het pand is een toegangspoort met een
rondboog.
De gevelsteen De Hollandse Tuin
Op verzoek van de families Buijs en Van Bladel,
toenmalige pandeigenaren, heeft stadsrestaurateur René van Boxtel in 2004 een
gevelsteen met dit thema ontworpen en vervaardigd. Het thema refereert aan de
naam van het pand in de 17e eeuw. De symbolen in deze gevelsteen
verwijzen naar de symboliek die rond 1625, tijdens de Tachtigjarige Oorlog c.q.
de strijd tussen de Hollanders en Spanjaarden, werd gebruikt. Om de Hollandse
Tuin staat een houten tuinhek. Op de poort staat het wapen van Heusden, dat als
zuidelijkste vestingstad van Holland waakt over de veiligheid. Daar binnen zit de
Hollandse- of geuzenmaagd, die kwetsbaarheid symboliseert. De hoed op de paal
is de vrijheidshoed. Om de paal krult de hopstaak, als beeld van de vele
brouwerijen in de stad. De opgeheven Hollandse Leeuw met zwaard bewaakt het bevrijd
gebied. In de linkerhand heeft de leeuw een
pijlenbundel met zeven pijlen, die de toenmalige Zeven Provinciën
vertegenwoordigen. De tekst Pax Patria betekent: vrede voor het vaderland.
Bart Beaard
Links op de foto staat het Protestantsche Ziekenhuis afgebeeld. Vooraan het Wilheminaplantsoen op de gedempte haven en rechts de Visbank