Als u vanaf de Abt van Engelenlaan naar de voormalige abdij Mariënkroon rijdt en het Poortgebouw gepasseerd bent, ziet u meteen links het vroegere Juvenaatgebouw. In dit gebouw kreeg vanaf 1910 een groep jongens gymnasiaal onderwijs. De opleiding vormde de eerste fase in de opleiding tot pater in de kloosterorde van de Cisterciënzers.
De leerlingen waren intern. Zij waren na afloop van hun schooljaren niet verplicht om in te treden. Daarna kregen zij de keuze om postulant te worden naar een volwaardig kloosterlingschap. De school heeft in de vorige eeuw vele veranderingen ondergaan met betrekking tot het dagprogramma, de begeleiding, de contacten met de buitenwereld en het aantal aanmeldingen. In 1953 was het aantal nieuwe leerlingen sterk verminderd en hield het college op te bestaan. Tot 1973 heeft het nog als open internaat dienst gedaan.
De opleiding
Pater Franciscus Janssens
(1881-1950), later abt, kreeg van zijn Franse abt Marie-Bernard Maréchal goedkeuring
voor het oprichten van een Juvenaat, om zo de jeugd van jongs af aan het
Cisterciënzerleven te laten wennen. Een ruim gebouw met een eigen kapel verrees
voor een plaatsing van veertig studenten. In 1910 werd het Juvenaat geopend en
met veertien jongens startten de eerste studies. Zij hadden de leeftijd van 11
tot 13 jaar, met een aanleg voor studie en een roeping tot het priesterschap. Pater Janssens
verzorgde de filosofische en theologische studies, andere paters gaven
geschiedenis, aardrijkskunde, Latijn en Nederlands. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog
uitbrak werd de school gesloten en de studenten gingen naar huis terug. De
school werd een toevluchtsoord voor Belgische vluchtelingen en Nederlandse
militairen. Eind 1919 werd weer opgestart. In 1923 was er een eerste groep van
acht kloosterlingen die als priester waren ingetreden na hun studie op de
kloosterschool. Ook in het schooljaar 1944-1945 was door de oorlogssituatie de
school gesloten. De naam en de functie van de school veranderde enige malen:
L’École Monastique, Sint Godefridus College, Sint Bernarduscollege en Sint Bemardus Convict (internaat).
Foto Links: Het Juvenaat in 1920 met
links de kapel en rechts het hoofdgebouw. Collectie SALHA
Foto Midden: De huidige voorgevel van het hoofdgebouw. Foto Bart Beaard
Foto Rechts: De huidige voorgevel van het vroegere kapelgedeelte.
Het beeld is vervangen door een reliëf. De klokkentoren is niet meer aanwezig.
Foto Bart Beaard
De gebouwen
Het gebouw werd in 1910
in gebruik genomen en was gebouwd naar een ontwerp in de neogotische bouwstijl
van de Bossche architect Jules Dony. Het bestond uit twee delen. De linkerzijde
met een anderhalf hoge bouwlaag was de kloosterkapel. De twee bouwlagen hoge rechterzijde
was het hoofdgebouw. Op de benedenverdieping bevonden zich de sacristie,
leslokalen, keuken en recreatiezaal. Op de verdieping waren de slaapzaal,
kamers en studiezalen. In 1973 heeft Heusdens architect Huub Baaijens een
ontwerp gemaakt voor een geheel nieuw interieur. De kapel kreeg de bestemming
van conferentiezaal. Ook kreeg de voorgevel van hoofdgebouw een grote
aanpassing door het plaatsen van een eigentijds gemetselde voorzetgevel en werd
voor dit geveldeel een uitbouw geplaatst. Hiermede verdween wel de monumentale uitstraling
van dit bouwdeel.
Bouwstijl kapelvoorgevel
Deze gevel is uit
boerengrauw bakstenen, werd gemetseld in kruisverband en met een lintvoeg
afgewerkt. Aan de bovenzijde van de gevel bevindt een kroonlijst, met daaronder
drie steenlagen als muizentand-koppen. De voorgevel had twee vensters met elk
vier brandschilderramen. Boven de dubbele hardhouten deur was een bovenlicht
met tracering, waarbinnen brandschilderramen. Op de kroonlijst van het dak
stond een gemetselde trapgevel, waarop een klokkentoren met een Latijns kruis. In de klokkentoren hing een luidklok,
die in 1697 in Rotterdam gegoten was door Quirijn de Visser. De luidklok hangt,
sinds in 2006 de klokkentoren verwijderd is, nu in een klokkenstoel in het
abdijmuseum. De onderzijde van de trapgevel heeft een spitsboog met eensteens
rollaag en pilasters. Onder de spitsboog van de overkraging stond een beeld van
Benedictus. Tijdens de verbouwing omstreeks 1975 is het beeld verwijderd en
daarvoor in de plaats kwam een reliëf van pater Raymundus van Kessel. Inmiddels
is daarvan het gekleurde emaille verdwenen en verpulvert momenteel het
resterende terracotta gedeelte. Het gehele complex van Mariënkroon is een
Rijksmonument een complete restauratie waarom deze voorgevel gewenst zou zijn.
Bart Beaard