Direct na de afrit Heusden van de N267 komt u op de Vestingstraat, die al snel kruist met de Laagstraat. Deze straat loopt rechts tot de 4-sprong en is naar links een doodlopende weg. Vóór de aanleg van de N267 liep de Laagstraat door tot de Elshoutse Zeedijk. Dat gedeelte heet vanaf 1988 Polderweg en sluit aan op de Blaasbalgweg.
Vóór de Ruilverkaveling lag de Laagstraat noordelijker, op de scheiding van de polders Westakkers en De Rukens. De weg heette toen Lage Steeg en kwam uit op de Elshoutse Zeedijk, vlakbij de Doeverensesluis. Aan de huidige doodlopende Laagstraat bevinden zich aan de noordzijde een 5-tal panden. Over het laatste pand, nummer 14, gaat dit artikel.
In het begin van de vorige eeuw liep het perceel door tot de Grotestraat in Heesbeen. Het was in het bezit van landbouwer Huibert Jan de Waal (*Aalburg,28.3.1874, † Heusden 24.5.1949). Hij trouwde in 1905 met Wilhelmina Johanna Weck (*Vlijmen 11.1.1881, †Heusden 6.5.1941). Het echtpaar liet in 1925 een ontwerp maken voor een ‘woonhuis met achterhuis en stallen’. De aanbesteding was op 8 mei 1926. De bouw werd gegund aan aannemer A.J. Boeren uit Heusden, die met ƒ5420,- de laagste inschrijver was. Na het overlijden van het echtpaar kwam het eigendom in het bezit van hun zoon Govert Jacob (*Oudheusden 2.5.1914, †’s-Hertogenbosch 12.1.2006). Hij trouwde in 1945 met Geertruida Maria Klootwijk (*Waspik 28.11.1913, †Heusden 4.10.2005). In 1995 is het pand verkocht aan de huidige eigenaren.
Foto Links: Luchtfoto
van het woonhuis met franse kap of mansardedak en het voormalige stalgedeelte
met een doorschietend dak. Droneopname Jan Quirijnen
Foto Rechts: Luchtfoto van de topgevel met de makelaar en
koningsstijl. Droneopname Jan Quirijnen
Het pand bestaat uit een woonhuis en een voormalig stalgedeelte. Het woonhuis is eenlaags en heeft een zolderverdieping onder een zogenaamde ‘franse kap’ of Mansarde dak. Het stalgedeelte heeft aan de oostzijde hetzelfde Mansarde dak en aan de westzijde is het een doorschietend dak vanaf het bovenste dakvlak, waardoor het vroegere stalgedeelte breder is. De daken zijn gedekt met blauwgesmoorde dakpannen, type Vlakke Mulden. Het stalgedeelte is tussen twee gemetselde gevels gebouwd op twee houten gebinten, type ‘tussenbalk – asymmetrisch’.
De gevels zijn gemetseld met metselstenen van kalkzandsteen, in Vlaams verband. Ter hoogte van de onder- en bovenzijden van de vensters bevinden zich twee lagen van rode bakstenen. Alle vensters hebben opgeklampte luiken. Boven de vensters zijn eensteens hoge getoogde rollagen met witte en rode stenen aangebracht. De binnenvelden zijn gecementeerd. Onder de vensters zijn bruine verglaasde waterslagen geplaatst. De 50 cm hoge plint is gecementeerd. In de nok bevindt zich een driehoekig houten strokenpaneel, dat een gevelmakelaar wordt genoemd. De makelaar verbindt de twee dakvlakken met windveren met elkaar. Boven in de nok komt de koningsstijl samen met de windveren. Het deurkozijn heeft een stroken voordeur en een vast bovenlicht.
Bart Beaard