Het perceel, waarop nu de woningen 8 t/m 18 en de woonboerderij 20 staan, was in 1877 eigendom van Cornelis Klaren. In dat jaar was de boerderij na een brand herbouwd. In 1905 werd het grondstuk en de boerderij eigendom van Willem van Saman (1852-1920), in 1891 getrouwd met Jacoba van Engelen (1858-1923).
Na het overlijden van Willem en Jacoba woonden in de boerderij de weduwe Johanna van den Bosch–Van Engelen (1860-1942) met haar zonen Michiel en Jan en de broer van Willem, Antoni Saman. Johanna van den Bosch, zus van Jacoba, was weduwe van Johannes van den Bosch (1857-1895). Na het overlijden van Jacoba werd in 1925 een legaat of schenking effectief, waarbij het onroerend goed gescheiden werd en haar zonen Michiel (*1892-?) en Jan (*1895-1972) de legatarissen werden. Jan van den Bosch, toen mandenmaker en autoverhuurder en met bijnaam Hannes de Pint, ontving de boerderij van nummer 20 en het perceel waarop hij in 1938 de huurwoningen 14, 16 en 18 liet bouwen. Michiel ontving het perceel waarop nu de woningen 8, 10, 12 staan. Michiel was directeur van een stoomzuivel melkfabriek in Sint Michielsgestel. Hij verkocht het perceel in 1935 aan mejuffrouw Hendrina Johanna Jansen (1899-1950), gemeentelijk vroedvrouw, die hier een enkel en een dubbel woonhuis liet bouwen.
Foto Links: Wilhelminastraat 10 en 12, gebouwd in de
bouwstijl van de Amsterdamse School. Foto Ad Pellemans
Foto Rechts: Wilhelminastraat 8, de woning die aanvankelijk
6,5 meter achter de rooilijn geplaatst zou worden. Foto Ad Pellemans
Bouwplan
Architect Jan Luijben,
toen bouwmeester-werfbaas genaamd, maakte een ontwerp voor een dubbele en een
enkele woning, dat op 3 maart 1936 bij Gemeente Vlijmen werd ingediend. Het ontwerp
werd afgekeurd, omdat de enkele woning 6,5 meter naar achter was geplaatst. Er
moest een nieuw ontwerp gemaakt worden waarbij de voorgevels van de drie
woningen in één lijn, de rooilijn, zouden moeten staan. Hierbij werd verwezen
naar Bouwverordening Gemeente Vlijmen, artikel 12.C.. In een nieuw plan, dat al
op 23 april 1936 werd goedgekeurd was dit veranderd. Na goedkeuring van het
plan werden de woningen gebouwd door Vlijmens Bouwbedrijf L. Verboord. De
eerste bewoners waren: Petrus Verheijen op 8, Antonius van Veggel op 10 en
Lambertus de Krieger op 12.
Bouwstijl
De woningen zijn
gebouwd met kenmerken van de bouwstijl Amsterdams School, zoals verschillende
nokrichtingen van de zadeldaken, die grote dakoverstekken hebben. De woningen
zijn eenlaags met geknikte zadeldaken over twee bouwlagen. De daken zijn gedekt
met rode terracotta dakpannen, type Oude Holle. De gevels zijn gemetseld met
roodbruine boerengrauw bakstenen in klezorenverband en afgewerkt met een verdiepte
voeg. In de top van de gevels zijn met uitstekende steenlagen ruitvormige
velden gecreëerd. Deze velden zijn met stenen in verschillende richtingen
gevuld. De deuren en –kozijnen hebben rondbogen, ook een kenmerk van genoemde
bouwstijl. Boven de deurkozijnen bevinden zich rollagen van twee koppen,
waarboven een uitstekende koppenlaag. Naast de deurkozijnen staan kleine bakstenen
penanten. Boven de vensters van de begane grond zijn segmentbogen van staande
koppen. In de ontstane boogvelden bevinden zich schuinstaande stenen. Boven de
vensters van de verdieping bevinden zich rollagen van drieklezoren. De vensters
hebben ramen met een kleine roedeverdeling en geklampte luiken. De hardhouten
paneeldeuren hebben bovenlichten met kleine roedeverdeling. De vrijstaande
schoorsteen bij 10 is ook een kenmerk van deze bouwstijl.
Bart Beaard





