Op 1 augustus 1960 werd er in Nieuwkuijk een nieuw aannemersbedrijf opgericht, toen Nico de Bont besloten had zich af te scheiden van het Aannemingsbedrijf J. de Bonth-Van Hulten, het bedrijf van wijlen zijn vader Jan de Bonth. Nico had vijf zonen (Jan, Arnoud, Hein, Fried en Jozef), die allen aannemer wilden worden.
Het bedrijf ging zich richten op het restaureren, onderhouden en herbestemmen van monumentale gebouwen. De plaats van vestiging werd Nieuwkuijksestraat 17. In 1965 kreeg Nico de mogelijkheid om van gemeente Vlijmen een grondperceel te kopen dat ter beschikking kwam met de aansluiting van de nieuw aan te leggen Deken van Baarstraat op de Nieuwkuijksestraat. Het perceel was 1.339 m2 groot en kostte ƒ10.975,- ofwel ƒ8,20 = €3,75 per m2. Het was een mooie aanvulling op een perceel op dezelfde hoek, waarvan hij al eigenaar was. Nico kreeg nu de mogelijkheid een nieuw woonhuis annex kantoor te bouwen, Deken van Baarstraat 2, en er achter een werf in te richten voor bouwmaterialen en -materieel. Ook de woningen met de huisnummers 4 en 6 kon hij op dit perceel bouwen. Het woonhuis op nummer 2, een ontwerp van architectenbureau Ir. J. de Wilde uit Breda, heeft elementen als kruisvensters, korfbogen, risaliet en trapgevels, welke verwant zijn aan de 17e eeuwse Hollandse Renaissance.
Het tweelaagse huis heeft een zadeldak tussen twee trapgevels. Het dak is in maasdekking gedekt met rechthoekige leien, afkomstig uit de leisteengroeven van Angers-Trélazé (F). De nok van het dak is afgedekt met stroken bladlood. Het dak wordt aan de onderzijde afgesloten met een bakgoot, die rust op geprofileerde consoles. De gevels zijn in kruisverband gemetseld met rode bakstenen in vechtformaat. Deze bakstenen hebben een dikte van 40 mm en een lengte van 23 cm. Ze zijn daarmee dunner dan de waalformaatstenen (50 mm dikte) en langer dan IJsselstenen (16 cm lang). De bovenzijde van de zijgevels versmalt zich trapsgewijs tot de schoorsteen. Om inwateren tegen te gaan zijn de bovenzijden van de schoorsteen en de trappen afgedekt met natuurstenen platen met waterlijst.
De gevelvoorzijde heeft een symmetrische opbouw met een middenrisaliet of gevelvoorsprong van 10 cm, die ook is uitgevoerd als trapgevel. De top van de trapgevel heeft een bakstenen collonet of kolom. In de middenrisaliet bevindt zich de deurpartij met deurkozijn, hardhouten opgeklampte strokendeur en gedeeld bovenlicht. De gevelvoorzijde wordt onder de bakgoot afgesloten met een laag halfsteens hoge rollaag met daarboven tien steenlagen met een bloksgewijze vertanding.
De voorgevel heeft vier grote kruiskozijnen en een kleiner in de risaliet. De ramen hiervan hebben glas-in-lood met rechthoekige glasplaatjes. De naar binnen draaiende onderramen hebben naar buiten draaiende houten opgeklampte luiken. De onderdorpels van de raamkozijnen zijn in baksteen. Boven de kozijnen zijn korfbogen, anderhalve steen hoog. De korfbogen bestaan uit bakstenen en Bentheimer zandstenen blokken met diamantkop. In de boogvelden zijn versieringen met keramische tegels. Het 60 cm hoge en 10 cm vooruitspringende trasraam is afgedekt met een geprofileerde zandstenen dorpel. Alle gevelvlakken hebben zandstenen hoekblokken. Ook is de brievenbus gemaakt van zandsteen. De trapgevels zijn op eenzelfde wijze opgebouwd als de voorgevel. Ter plaatse van de verdiepingsbalklagen zijn er een zevental gotische sierankers.
Bart Beaard
In het midden van de gevel bevindt zich een risaliet of gevelvoorsprong, uitgevoerd als trapgevel met een kruiskozijn. Foto Ad Pellemans.