Gerard van Maasakkers weet met zijn liedjes zijn publiek te ontroeren. Ze gaan over zijn ouders, over het kind dat hij nooit had, over de stille tragiek van twee mannen in een bejaardentehuis en over de lucht die nog vol dagen zit. Ze worden gespeeld en gezongen in het theaterconcert ALLEZ, dat een mix is van oude en nieuwe liedjes. Op vrijdag 27 maart treedt Gerard van Maasakkers samen met zijn band op in De Voorste Venne in Drunen.
Interview met Gerard door Daan Bartels
Lang tijd was je ‘wereldberoemd’ onder de rivieren en een grote onbekende boven de rivieren. Dat lijkt te zijn veranderd. Hoe ervaar jij dat zelf?
“Ik heb eigenlijk altijd al wel in heel het land gespeeld, maar pas de laatste10, 12 jaar zijn de zalen ook daar aan het vollopen. Dat is fijn, natuurlijk. Misschien heeft het te maken met 'stug volhouden', gewoon doorgaan met mooie dingen maken. Maar de tijd heeft ook wel meegeholpen: de belangstelling voor liedjes in een streektaal is veel groter geworden en mijn Brabants is ook zeer toegankelijk. En… Brabanders wonen overal, dus als wij dan vanuit het zuiden naar hun verre woonplaats komen, dan brengen zij hun buren en vrienden mee.”
Zowel in 2011 als in 2013 werd je de winnaar van de Annie M.G. Schmidtprijs, de prijs voor het beste theaterlied van het jaar. Je kunt dus stellen dat jij precies weet waar een goed lied aan moet voldoen. Wat zijn volgens jou de ingrediënten van een goed lied?
“Ik doe het niet voor de prijzen natuurlijk, maar erkenning krijgen voor je werk is natuurlijk prachtig. Een liedje moet niet liegen; het moet echt zijn. Ikzelf schrijf altijd over zaken die mij raken, maar ik waak ervoor dar het een te persoonlijk verhaal wordt. Zo blijft er voor de luisteraar ruimte om z'n eigen verhaal in het lied te horen.”
Behalve liedschrijver, ben je ook bandleider en theatermaker. Hoe vallen die verschillende rollen samen?
“Meestal schrijf ik wel met een thema in m'n achterhoofd. Dat thema zit al in de titel van de voorstelling. Als ik dat heb, ga ik overleggen met de regisseur en met de muzikanten. Welke kant willen we op? Al pratend of repeterend wordt mijn basisidee uitgewerkt. Soms weet ik precies hoe het moet, soms heb ik hun hulp hard nodig. Geleidelijk aan ontstaat er een opzet voor het programma. En dan moet je vaart maken. Letterlijk, want het moet af vóór de eerste voorstelling, maar ook inhoudelijk; er moet een grote afwisseling zijn in sferen en muzieksoorten. En; ik moet erin mijn verhaal kunnen vertellen. Als dat lukt wordt het hoog tijd om er publiek bij te halen. Want pas dan begint een voorstelling echt te leven.”
Wat voor een soort voorstelling is ALLEZ geworden?
“ALLEZ is, na het wat meer ingetogen vorige programma Lijflied, een wat lichter programma geworden; veel mooie, lekkere liedjes. Op verschillende momenten kan het publiek ook een liedje kiezen of juist wegstemmen, en oudere liedjes krijgen hier en daar een nieuw jasje. ALLEZ is een heerlijk programma om te spelen!”
Bron: Podium Heusden