Het Gerechtshof in ‘s-Hertogenbosch oordeelde onlangs in hoger beroep dat een woningcorporatie de huurovereenkomst met een huurder mag ontbinden. Dit gebeurde nadat deze huurder door extreem gedrag ervoor had gezorgd dat de huurwoning compleet onbewoonbaar was geworden.
In deze zaak huurde een gezin een woning van een woningcorporatie. Op zekere dag wordt in de woning een anti-tank-raket afgevuurd. Dit heeft tot zeer grote schade geleid aan de huurwoning én aan de naastgelegen buurwoning. De herstelwerkzaamheden duren ongeveer een jaar en de kosten bedragen meer dan 200.000 euro.
Buitengerechtelijke ontbinding
De woningcorporatie wil niet dat het gezin nog terugkeert
naar de gerenoveerde woning en heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk
ontbonden. Bij de kantonrechter wordt vervolgens in kort geding ontruiming van
de woning gevorderd. Maar de kantonrechter wijst deze vordering af. Hij stelt
dat hij over onvoldoende informatie beschikt om een inschatting te kunnen maken
van de bodemprocedure. De woningcorporatie gaat vervolgens in hoger beroep bij
het Gerechtshof. Die denkt er anders over en wijst de ontruiming van de woning
wel toe. Het hof stelt dat het recht op buitengerechtelijke ontbinding ook
geldt als de huurder zélf verantwoordelijk is voor het onbewoonbaar maken van
de woning.
Wet Wapens en Munitie
Volgens het hof heeft de huurder gevaarlijk en onzorgvuldig
gehandeld. Hij heeft niet voorkomen dat een vriend een illegale anti-tank-raket
en lanceerbuis van een raketwerper in de huurwoning heeft gebracht, om het
verder te gaan onderzoeken. Terwijl de woningcorporatie
van haar huurders mag verwachten dat zij een dergelijk explosief en militair
object, waarvan het voorhanden hebben strafbaar is gesteld in de Wet Wapens en
Munitie, niet op hun keukentafel in een huurhuis in een woonwijk hebben liggen
om het te onderzoeken.Hoe en wie het wapen heeft afgevuurd is volgens het Hof
niet relevant. Alle (kenbare) feiten en omstandigheden hadden voor de
aanwezigen in de huurwoning aanleiding moeten zijn het voorwerp buiten de
woning te houden en er in ieder geval af te blijven. Het afvuren heeft ervoor
gezorgd dat het gebruik van de woning volstrekt onmogelijk is geworden. De
woningcorporatie hoeft daarom niet te wachten op een bodemprocedure.
Extreme situaties
Dit arrest kan een belangrijke precedentwerking krijgen bij
extreme situaties waarin een huurwoning door schuld of opzet van de huurder
zelf onbruikbaar is geworden. Daarmee lijken de buitengerechtelijke
ontbindingsmogelijkheden van verhuurders enigszins te worden opgerekt. Toch is
dit nog onzeker, omdat de uitspraak in dit arrest afwijkt van de heersende leer
in de literatuur en lagere rechtspraak. Mogelijk dat een uitspraak van de Hoge
Raad dit zou kunnen corrigeren of nuanceren.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311.