Column Jack Thomassen Jokkebrok

Foto: Jack Thomassen

Jack Thomassen uit Drunen schrijft columns en korte verhalen. Ook voor de lokale site Heusden Nieuws. zal hij regelmatig ook een column schrijven over zijn belevenissen en deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat deze keer over Jokkebrok

Het had toentertijd een mooi artikel in het Brabants Dagblad of het Hunen Kompas kunnen zijn geweest. Een klein stukske over een heldendaad van een buurjongen, die het leven redde van een menneke van een jaar of 4, die door het ijs was gezakt en daaronder dreigde te verdrinken. Tegenwoordig zou zo’n heldendaad een groot item zijn bij tv-programma’s als Hart van Nederland en EditieNL. In onze gemeente zou Heusden.nieuws.nl online groots uitpakken met een mooie foto van burgemeester Willemijn van Hees, die een soort van prijs aan de jongen overhandigt. Op Facebook krijgt de held vele felicitaties en ‘vind ik leuks’ en wil haast iedereen hem aan de vriendenlijst toevoegen. Het berichtje en foto over de redding wordt natuurlijk tig keer gedeeld. En toch… blijft de buurjongen hééél gewoon onder al deze aandacht.

Maar dat is tegenwoordige tijd. De redding van het 4 jarige menneke was namelijk in de jaren ’60. Vroeger was alles anders. Kinderen uit de buurt speelden of ruzieden en knokten na schooltijd vooral buiten, want binnen was bijna niks te doen. Op zaterdag of woensdagmiddag was er een uurtje kinder-tv. Mijn zusje speelde met een pop en het schoolbord en wij broertjes speelden met Sio Montage of met die witte plastic Bambinobouwblokjes, waar wij bijna alleen maar huisjes mee konden maken. Nee, er was toen nog geen computer, Ipad, Ipod, Iphone en weet ik het allemaal voor dingen met een oplader, waarmee ze elkaar gek mee maken op het schoolplein of in de reclamekrantjes die elke week in de bus vallen.

Buiten spelen dus, in alle 4 de jaargetijden. Op het Oranjeveld, bij de spoorsloot, in de Loonse en Drunense duinen, bij het Drongelense kanaal en zelfs bij de A59. Levensgevaarlijk natuurlijk en niet goed te praten, maar toen reden er nog niet veel auto’s over. En de weg was toen slechts 2-baans. We zwaaiden naar automobilisten vanaf het viaduct bij de Stationstraat en bewonderden de grote MACK van LIPS BV, toen die met weer een mooie grote blinkende scheepsschroef richting Rotterdam vertrok. In één van de winters van de jaren ’60 ging een groepje kinderen uit de prins Hendrikstraat naar een ondergelopen weiland (waar nu de nieuwe sporthal staat) alwaar na een paar dagen en nachten vorst een mooie laag ijs op lag. Op de weg ernaar toe moest het groepje over een brede diepe sloot met ook een schijnbaar dikke ijslaag. Nadat de eerste durfallen overgestoken waren, schuifelde het 4 jarige menneke over het ijs. Halverwege begon het ijs echter te scheuren en te kraken en het menneke zakte erdoor heen. De buurjongen bedacht zich geen moment. Hij sprong het jong na en greep hem aan zijn capuchon naar boven en trok hem weer op het droge. Nou, nou! Dat liep gelukkig goed af!

“Witte dè nie mir, Jackie?” Ik dacht een paar tellen na, maar wist het inderdaad echt niet meer. Ergens in mijn kindergeheugentje stond me nog wel bij dat ik ergens door het ijs was gezakt, dat was echter niet bij een brede diepe sloot. Meer een greppeltje, met een dun laagje ijs er in. “Nee, Joep”, antwoordde ik mijn buurjongen. “Dè wit ik nie mir. Mar as gij dè zegt, zal dè wel zo zijn, war?” Hij knikte bevestigend. “Ja hor, echt waor!”, zei Joep toen met een stalen gezicht.

En als zo’n grote buurjongen het wel weet en ik niet meer, dan geloof je dat toch? Tsja, een 5 jarig menneke staat er nu eenmaal niet bij stil dat verder niemand er over praatte. Terwijl er ook andere kinderen uit onze straat bij waren. En… ik zou toch wel met natte kleren bij ons moeder thuis zijn gekomen? Hoe zat dat dan?

Zo’n 3 jaar later, tijdens een mooie zomer, waren een aantal kinderen uit dezelfde straat bij de roeivijver om lekker in het water te zwemmen en te spelen. Aan de kant waar het café/strandtent stond, lag ongeveer 20 meter uit de kant een klein eiland. Daarop stond een uitkijktoren. Over een houten bruggetje kon je naar dat eilandje toe lopen. Maar vanaf het strandje door het water, was het natuurlijk korter. “Zullen we effe de toren op klimmen?”, vroeg de grote buurjongen. “Is goed Joep”, antwoordde ik en we stapten het water in. Na een meter of 10 stond Joep ineens stil. “Wat ik vergeten ben te zeggen, is dat we een klein stukske moeten zwemmen omdat het hier ergens best diep is. Lukt dat?” Oei, oei, dat werd nog spannend. Ik kon namelijk nog niet zo goed zwemmen en keek daarom een beetje bang naar de buurjongen. “Eigelijk nie. Is het ver zwemmen dan?” Joep deed stoer en zwaaide met zijn arm. “Kom mar mee, ik zal wel op oe letten. We lopen veurzichtig die’n kant op en as het dieper wordt gaon we zwemmen. Goed?” Nou, als zo’n grote buurjongen zegt dat het diep is, dan geloof je dat toch? En ik maar schuifelen en opletten tot we bij het diepe stuk zouden komen. “Veurzichtig hor! We kunne elk moment daor zijn om te moeten zwemmen”, hoorde ik Joep zeggen. Na weer een paar meters waren we inmiddels het eilandje heel dicht genaderd. Huh? Als we nu nog moesten zwemmen?

Toen dat op 2 meter van het eilandje helemaal geen zin meer had, draaide ik me vragend om en keek naar het lachende gezicht van de buurjongen. “Nou, dè viel toch wel mee war?”, zei die doodleuk. De kwal! Heel dat stuk voor Jan Snot lopen schuifelen. “Ach, man! Het is daar helemaal niet diep, jongen!” Ik vloekte een keer, wat ik al wel goed kon en moest toen ook wel lachen. Op Joep kon je nooit lang boos blijven.

Elkaar voor de gek houden deden we dus blijkbaar ook graag naast buiten spelen, ruzie maken en knokken na schooltijd. Soms gingen we boos naar huis, maar de volgende dag was het meestal weer goed. Het was een leuke straat om in te wonen, jammer dat we gingen verhuizen. De Tulpenstraat waar we toen gingen wonen was niet ver en we bleven op de st. Paulusschool en in de prins Hendrikstraat kwamen we vaak spelen. Sommige van de kinderen uit die straat wonen nog steeds in Drunen en zijn zomaar op Facebook te vinden. Buurjongen Joep is ook een Facebook-vriend en zie hem wel eens in Drunen. Ik zal hem eens vragen of hij nog weet van zijn ‘redding’ uit het ijs en van het ‘zwemmen’ naar het eilandje in de roeivijver. En ook benieuwd of hij nog zo goed kan jokken?

Weet u trouwens waar het woord ‘jokkebrok’ vandaan komt? Wie het weet mag het zeggen…

Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan.
Aanvoerder van het lokale nieuws.

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen