Jack Thomassen uit Drunen schrijft vele columns en korte verhalen. Ook voor Heusden.Nieuws zal hij in 2023 regelmatig een column schrijven over zijn belevenissen en met deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat over mijn beste vriend Dat ik aan mijn drukke leventje als schooljongen uiteindelijk geen echte kameraad overgehouden heb, vind ik best wel opmerkelijk. Want vrienden had ik vroeger genoeg. Natuurlijk geen 20 tegelijk. Nee, dan was het Harrie S. waar ik een tijdje mee omging. Dan weer Hans C. of Erik T. Ik denk dat ik zo’n beetje bij ieder klasgenootje wel een keer thuis ben geweest.
Meestal was dat op de vrije woensdagmiddagen. Aan huiswerk deden ze bij ons op school nog niet, dus hadden we alle tijd om te doen (of te laten) wat we wilden. Soms was dat voetballen op het grote grasveld of, bij een juist windje, een beetje vliegeren. Als je op school al iets had afgesproken, ging je met die klasgenoot even mee naar huis. Om ranja te drinken en een koekje te eten. En met een beetje geluk, had een moeder iets leuks georganiseerd.
Mijn ouders hadden in die tijd een caravan. Op een leuke camping vlakbij Helvoirt. Daar gingen we natuurlijk vaak naartoe. Op de fiets. Soms zelfs op schoolvrije woensdagmiddagen. Op die dagen dan meestal wel zonder ons pa, want die moest werken. Ons ma zorgde dan voor boterhammen en de rest. Wij zorgden ervoor om meteen na de schoolzoemer van 12 uur naar huis te komen en dan met z'n allen weg te wezen.
Op zo’n middag had ik toevallig ook met een vriendje afgesproken. Glad vergeten dat we naar de camping zouden gaan. “Maakt niet uit, neem die jongen maar mee”, besloot mijn moeder. “Mits hij een fiets heeft en binnen 5 minuten hier weer terug is. Anders zijn we weg.” Nou, dat lukte wel. Waarna de kleine karavaan zich in gang zette. Wij met een rugzak vol goede zin, ons ma een fietsmand vol lekkere dingen voor de lunch.
Op de camping aangekomen, moesten we meteen maar even eten. Anders werd het wat laat. Dus schoven wij kindertjes braaf aan de gedekte tafel met o.a. brood, beschuit en… AARDBEIEN! Nou, die lustten wij wel. Waarna moeder aan het smeren ging. Echter, mijn vriend hoefde niet. “Dat mag best, hoor", zei mijn moeder vriendelijk. "Ik heb er genoeg. Kijk maar!” En inderdaad, ma had flink ingeslagen. Toch wilde het manneke niet.
Mijn moeder kende geen kinderen die niet van aardbeien hielden. Dus drong ze een beetje aan: “Toe, jongen. Ze zijn lekker. Wil je echt niet?” Het jong knikte van niet. Waarop ma haar laatste poging deed en een aardbei op zijn bordje legde: “Wil je er dan in ieder geval één proberen?” Het bleef nee. Dan niet. De middag leed er verder niet onder. Laat staan onze vriendschap.
Na die woensdag dacht ik er niet meer aan. Waarom zou ik ook? Het stelde immers niets voor? Toch kwam het voorvalletje nog één keer voorbij. De opvolgende zaterdag al. Toen speelden we bij die jongen thuis. We zouden buiten een balletje gaan trappen, maar zijn vader wilde met zijn gezin vlug een broodje eten. Ik had al gegeten. Dus wachtte ik buiten met de bal tot mijn kameraad zover was.
Buiten was op de oprit naast het huis. Alwaar ik braaf met de garagedeur stond te voetballen. Maar omdat het keukenraam, waarachter dat gezin zat te eten, ook aan de oprit grensde, kon ik bijna alles verstaan wat er tijdens de lunch werd gezegd. Zodoende hoorde ik bijvoorbeeld de loftuitingen van mijn vriend over onze caravan en de camping. Wat aardig.
Maar blijkbaar had ie meer heftige indrukken opgedaan. Hij ging zelfs zijn stem verheffen. De aardbeien van mijn moeder werden erbij gehaald. Vreemd. Wat was daar dan mee, vroeg ik me af? Maar wat mij toen via het enkel-glas-raam ter ore kwam, kon ik haast niet geloven: “Echt waar, mam", hoorde ik mijn vriend zeggen, "Ik kreeg maar ÉÉN aardbei.” Hij dikte het nog eens extra aan met: “ÉÉN ENKELE AARDBEI!!!”
Volgens mij geloofden zijn ouders er niks van. Het was ook teveel drama. Aandachttrekkerij. Maar voor mijn moeder vond ik het niet eerlijk. Ze had zo goed haar best gedaan. Met dit als stank voor dank. Hier moest ik eigenlijk iets van zeggen, toch? Oei, maar dan wist hij meteen dat ik hun tafelgesprek had afgeluisterd. Wat mij in een tweestrijd liet belandden.
Toen mijn ‘vriend’ naar buiten kwam, was ik vastbesloten om voor mijn moedertje op te komen en het voorval met de aardbeien nog eens duidelijk met hem door te nemen. Maar ik was op die jonge leeftijd nog niet mans genoeg. En liet ik het gaan. Op dat moment wist ik het nog niet, maar voor de hechte vriendschap kwam dit uiteindelijk niet bepaald ten goede. Het kwam dan ook niet meer goed.
Weet ik nog een paar namen? Jawel. Jan M. en Hans v K. Mijn buurjongens Ron B. en Frans v/d L. En Henk S. niet te vergeten. Allemaal jongens waar ik na school thuis op bezoek mocht komen. En tja, met allemaal ben ik uiteindelijk geen vrienden voor het leven geworden. Of dat te verwijten valt aan voorvalletjes zoals bijvoorbeeld met die aardbeien op de camping? Nee, natuurlijk niet.
Want ik weet heus wel dat het opbouwen van een hechte vriendschap niet zomaar vanzelf gaat. Dat je er zelf veel energie in moet steken. En juist dat mankeerde er bij mij vaak aan. Maar goed, het is niet anders. Dan maar geen hechte vriendschap.
Trouwens, het volgende klinkt misschien ook opmerkelijk, maar mijn beste vriend… ben ik nog altijd zelf!
Tsja, en ons Rian natuurlijk.
Nog veel meer verhalen als deze zijn van Jack Was Here zijn hier te vinden Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan. Aanvoerder van het lokale nieuws. < Kijk hier voor agenda
< Volg HeusdenNieuws ook via Facebook
< Wist u dat wij iedere morgen meer dan 4250 nieuwsbrieven verzenden
< Wist u dat wij iedere dag meer dan 10.000 bezoekers hebben op onze website
< Adverteren op Heusden.Nieuws.nl stuur een mail