Historisch Heusden: 200 jaar vakmanschap in schoenen. De historie van de Drunense schoenmakerij

Foto: Dick Sars

Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 156 van Historisch Heusden over 200 jaar vakmanschap in schoenen. De historie van de Drunense schoenmakerij. Op 11 april 2000 werd in de DUREA-schoenfabriek door de onderzoeker Jan Merkx (1927-2001) en de schrijver Frans Bult (1933- ), een boek met bovenstaande titel uitgegeven.

Het eerste exemplaar werd aan burgemeester Henk Willems overhandigd. Het boek gaat over de rijke historie van de schoenmakers en de schoenmakerij in Drunen met het doel dit onderwerp uit de vergetelheid te halen. Met zijn vakkennis en eigen ervaringen had Jan hiernaar gedurende vijf jaar onderzoek gedaan in alle jaargangen van het ‘Vakblad voor Schoenmakers’ in het Schoenmuseum in Waalwijk, in alle edities van de Echo van het Zuiden. In het archief van Vlijmen doorzocht hij vele bouwtekeningen van fabrieken. Sinds 1942 was Jan schoenmaker geweest en leverde hij met zijn bedrijf een grote bijdrage aan de ontwikkeling van het orthopedisch schoenmaken. In dit artikel een samenvatting van de inhoud van het boek.

In de DUREA-schoenfabriek overhandigt Jan Merkx het eerste exemplaar aan burgemeester Henk Willems. Rechts staat Frans Bult, de schrijver

Historie
In het boek staat een historisch overzicht vanaf omstreeks 1800 met een eerste melding dat Lambertus Brok in Drunen in 1818 een schoen- en klompenmakerij had met drie schoenmakerknechten en een klompenmaker in dienst. In 1823 waren er drie schoenmakerbazen en in 1853 waren er dat 23. Een aantal had slechts één knecht in dienst. Het onderzoek leverde o.a. op dat in 1875 Drunen 365 schoenmakers had, waarvan: 70 schoenmakersbazen of bedrijfjes, 156 alleen werkende schoenmakers en 139 schoenmakers die bij een baas aan huis werkten. Beschreven zijn de armoedige omstandigheden en dat groepjes schoenmakers bij elkaar gingen werken, zodat slechts één kachel hoefde te branden. De schoenen werden gemaakt in achterkamertjes, schuurtjes of keukens. Bij inschrijving ontving Mattheus van der Krabben in 1863 van de toenmalige Rijkszeemacht de opdracht voor de levering van 200 paar schoenen aan Nederlands-Indië met de prijs van ƒ2,75 per paar.

Schootwerkers
Ouderwetse schoenmakers zaten bij hun baas of thuis op hun de werkstoel schoenen te maken en hadden de schoen, waarmee ze bezig waren, op hun schoot. Vandaar de naam ‘schootwerker’. Zij droegen allemaal een sloof en klompen. De schoenen werden geheel handmatig gemaakt. In de bedrijfjes was er meestal wel enige werkverdeling, waarbij vele onderdelen apart gemaakt werden en de boven- en onderwerken door verschillende schootwerkers werden gemaakt. Benodigde materialen als leer, fournituren (garen, pek, was, spijkers en houten pennen) en leesten werden veelal gezamenlijk ingekocht. Belangrijk was de oprichting in Drunen van de Vakschool voor Schoenmakers in 1910, waar tot schootwerker werd opgeleid.

Het bestaan van de schootwerker was altijd moeizaam en altijd waren er zorgen over: geen werk, geen materialen, slechte werkomstandigheden, lage prijzen, scherpe concurrentie en verplichte winkelnering. Was men werkeloos dan was men aangewezen op een uitkering van het Algemeen Armenbestuur en/of kon men dienen in de gemeentelijke werkverschaffing. De werkverschaffing was aan zwembad “De Pleune Wiel”, de ontginning van de “Hoge Heide” bij Giersbergen of kampeerterrein “De Klinkaert”. Vanwege de armoede besloot in 1938 een gedeelte van de 140 werkzoekende schoenmakers in Duitsland te gaan werken.

Jan Merkx maakte een normale, boven- en ondermaatse damesschoen. De schoenen bevinden zich nu in het depot van Schoenenkwartier, vh. Leder en Schoenen Museum, in Waalwijk

Standwerkers
Vanaf het begin van de vorige eeuw werd er geïnvesteerd in machines voor de verschillende bewerkingen aan onderdelen van schoenen. In 1910 openden Piet Elshout en Jan Vesters de eerste machinale schoenfabriek met stoomaandrijving waarmee de machines konden worden aangedreven. Voor bewerkingen als stikken, zwikken, schiften, aannaaien randen, schuren, poetsen, omboeken en snijden/stansen kwamen machines. Het maken van onderdelen van schoenen kon nu in afzonderlijk gebeuren, waardoor er fabrieken met productielijnen ontstonden, oftewel kwam er de ‘lopende band’. Het werken aan de machines en/of lopende band gebeurde staande en zo sprak met over ‘standwerkers’. Er kwamen ook steeds meer gespecialiseerde bedrijven voor de toelevering van onderdelen, als cambreurs, schoenranden, contreforts en hakken. In 1918 had Drunen 10 schoenfabrieken. Een probleem was wel dat de Vakschool voor Schoenmakers geen opleiding had voor machinaal schoenmaken. Pas in 1956 kwam er zo’n afdeling nadat directeuren van schoenfabrieken daarop herhaaldelijk hadden aangedrongen. Zij hadden er ook voor gezorgd dat de Vakschool de beschikking over machines kreeg. Helaas was dit van korte duur omdat toen ook de neergang van de schoenfabrieken begon.

Uit het onderzoek bleek dat er in Drunen totaal 41 schoenfabrieken gevestigd waren, waar schoenen machinaal werden vervaardigd. Er waren klinkende merknamen bij, als: als Rex, Jator, Black Rose, Lydia, Fedra en Helioform. Vóór omstreeks 1980 waren alle fabrieken geleidelijk weer verdwenen door opheffing of faillissement, behalve DUREA. DUREA is dit de enige overgebleven schoenfabriek, die in Drunen haar jaarlijkse zomer- en wintercollectie ontwikkelt en de schoenen laat produceren in schoenfabrieken in Tunesië en India. In 2023 wordt hun 75-jarig bestaan gevierd.

Louis van Drunen, directeur-eigenaar van schoenfabriek FEDRA, overlegt hier met orthopedisch schoenmaker Jan Merkx

Orthopedisch schoenmaken
Orthopedische schoenmakers maken schoenen voor mensen met voetklachten. Hierbij valt te denken aan klachten vanwege reuma, diabetes, afwijkende voetvormen en aan klachten van mensen die door een ongeluk of door ouderdom problemen met hun voeten hebben gekregen. De Drunenaren Jan Merkx en Harrie van Hulten hebben door samenwerking met orthopedisten veel gedaan aan de ontwikkeling van dit bijzondere schoenmakersvak. Jan heeft tot zijn pensionering in 1992 duizenden schoenen handgemaakt. Hij begon in 1942 bij Frans Vesters en nam in 1968 de orthopedische afdeling over van zijn toenmalige werkgever Louis van Drunen, eigenaar van de schoenfabriek FEDRA. Jan was de eerste ‘onder Rijkstoezicht gediplomeerde orthopedische schoenmaker’ in Drunen. In de tachtiger jaren waren er in Drunen nog vier orthopedische schoenmakerijen (Brok, Van Hulten, Merkx en Vesters). Er waren nog zo’n 25 personen bij deze bedrijven of zelfstandig in dit bijzondere schoenmakersvak actief. Nu kent Drunen alleen nog ‘Van Dijk Voet en Zorg’ met de eigenaren cq. orthopedische schoentechnici Nico Molenschot en Antoine van Ravestijn. Het bedrijf beschikt over apparatuur voor voettechnisch onderzoek, loopanalyse en leestenontwerp. Met moderne materialen worden schoenen met een modieuze uitstraling met de hand gemaakt.

Bart Beaard

 

Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan. Aanvoerder van het lokale nieuws.

< Kijk hier voor agenda
< Volg HeusdenNieuws ook via 
Facebook
< Wist u dat wij iedere morgen meer dan 4500 nieuwsbrieven verzenden
< Wist u dat wij iedere dag meer dan 10.000 bezoekers hebben op onze website
< Adverteren op Heusden.Nieuws.nl stuur een 
mail

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen