Historisch Heusden: Eendenkooi De Sompen te Haarsteeg

07 mei , 9:49 Historisch Heusden
2452
Marijke van de Wiel

Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 222 van Historisch Heusden over 'Eendenkooi De Sompen te Haarsteeg'.In 1956 werd deze eendenkooi met 18 ha omliggend land aangekocht door Staatsbosbeheer ten behoeve van het wetenschappelijk ringonderzoek.

Sindsdien werden op de kooi geen eenden meer gedood; zij werden gevangen, geringd en daarna weer losgelaten. Aan één poot werd een aluminium ringetje gedaan, met de vermelding: “Museum Nat. Hist. Leiden Holland”, waarna er een voor iedere vogel ander nummer volgde. Gegevens als soort, geslacht en ringdatum werden genoteerd. Het Rijksmuseum in Leiden had voor Nederland de coördinatie over de vogeltrek van en naar alle Noord-Europese landen, nu is dat het Vogeltrekstation. Tussen 1957 en 1985 was bijna een derde deel van de geringde eenden afkomstig uit deze Haarsteegse kooi. Op verzoek van het Vogeltrekstation worden sinds het eind van de jaren tachtig ook biometrische gegevens gemeten en vastgelegd als: vleugellengte, kop snavellengte, pootlengte, leeftijd en gewicht.

De Sompen, een toponiem voor moerassig weiland
Na de dijkdoorbraken van de Hoge Maasdijk in 1795 en in 1799 werd besloten tot aanleg van een nieuwe dijk, de huidige hoge Inlaagdijk. Het buitendijkse gebied van de Zooislagen veranderde in een moerasgebied met meerdere diepe wielen, waaronder het Komwiel en het Buitenwiel. Voor een van de wielen werd door Willem Mommersteeg in 1822 vergunning aangevraagd voor een “vogelkooi” nu bekend als “Eendenkooi De Sompen”.

Foto Links: Het bord dat bezoekers informeert over ‘recht van afpaling’. Foto José Dobbelsteen
Foto Rechts: De smaller wordende vangpijp is overdekt met gaas en net over wilgenhouten beugels. Het kooihondje ‘begeleidt’ de eenden naar de vangkorf. Foto José Dobbelsteen. 

Afpalingsrecht
De meest gevangen eenden zijn wilde eenden, maar ook smienten, pijlstaarten, slobeenden, krakeenden, zomer- en wintertaling. Ruim tweederde van de op De Sompen gevangen eenden bestaat uit andere soorten dan de wilde eend. De eendenkooi ziet men midden in de vlakke polder als geïsoleerd loofhoutbos liggen. Wil men ze naderen, dan ziet men bordjes: GEEN TOEGANG en EENDENKOOI VAN DE STAAT MET RECHT VAN AFPALING. Het afpalingrecht is een zeer oud recht dat stamt uit de middeleeuwen en tot op de dag van vandaag nog van kracht is. Het verstoren van de rust binnen het afpalingrecht van een eendenkooi is een strafbaar feit. Het afpalingrecht strekt zich uit over de volle oppervlakte vallende binnen de cirkel, die getrokken wordt met een straal van 753 meter uit het middelpunt van de kooi.  

De eendenkooi is niet een door gaas of dergelijke afgesloten ruimte, waarin dieren worden gehouden. Het is een open plas, kooiplas genaamd, waar de eenden vrij kunnen invallen of uitvliegen. Het is dus een rustplaats. Eenden zitten overdag in groepen bij elkaar op een rustige plaats waar ze veilig en beschut kunnen uitrusten en de veren poetsen. Tegen zonsondergang verlaten zij de rustplaats om in de polders te gaan eten. Na zonsondergang is er dus nagenoeg geen eend op de rustplaats. Tegen zonsopgang komen alle weer terug om er de komende dag te blijven rusten. Op deze levensgewoonte is het kooibedrijf gebaseerd.

Kooiplas
Om de rust te verzekeren heeft de kooiker om de kooiplas een bijna 2 meter hoog rietscherm geplaatst zodat de eenden niet kunnen zien wat er achter deze schermen gebeurt. De kooiplas wordt dus beschermd door het kooibos en de ommanteling van rietschermen. Aan de kooiplas zijn vier ca. 100 meter lange vangpijpen gegraven, op iedere windrichting één. Eenden zijn zware vogels en kunnen zich bij het opvliegen moeilijk van het water losmaken. Van nature maken zij gebruik van de wind en vliegen steeds op tegen de heersende windrichting. Langs de vangpijpen zijn ook rietschermen aangebracht, maar daar zitten openingen in als de kooiker zich op een bepaald moment wil tonen. De vangpijpen bestaan uit wilgenhouten beugels overdekt met gaas en netten en worden steeds smaller, op het uiterste einde zit de vangkorf.

Eendenvangst
Elke kooiker heeft een klein slim hondje, het kooihondje, dat de kooiker helpt bij het vangen van de eenden. Met opvallende pluimstaart, flaporen, een witte vacht met oranjebruine vlekken. Twee hondsgaten zitten in de schermen ter hoogte van het midden van de vangpijpen. Hier gaat de kooiker staan. Door een spleet kan hij zonder door de eenden gezien te worden op de kooiplas en op het brede begin van de vangpijp kijken. Het kooihondje is zo afgericht, dat het kleine rondjes gaat lopen: het voorste gat in, het achterste uit, zodat het telkens vanaf de kooiplas even door de eenden gezien kan worden. Nu kan men de eenden op de kooiplas in twee groepen verdelen. Ten eerste de tamme staleenden die het hondje al vele malen gezien hebben en weten dat wanneer het hondje komt er ook wel wat gevoerd zal worden. Zij zwemmen dan tot het begin van de vangpijp. Ten tweede de nieuwkomers die met de staleenden naar de vangpijp zwemmen. Aan hun gedrag ziet de kooiker wie de nieuwkomers zijn en dan loopt hij vlug van de hondsgaten naar het begin van de vangpijp. Dan wordt hij zichtbaar voor de eenden onder de overdekte vangpijp. De staleenden blijven zitten en de nieuwkomers vliegen de steeds smaller wordende vangpijp in tot die op het einde toeloopt tot de vangkorf. De kooiker trekt dan de klep van de vangkorf dicht zodat de eenden gepakt kunnen worden. Vervolgens het ringen en identificeren en dan worden ze losgelaten.

Vrijwilligers
Dagelijks zijn drie vrijwilligers (Jok van Bijnen, José Dobbelsteen en Bart van de Wiel) bezig met de instandhouding van de eendenkooi. Het vangen en het ringen/identificeren van de eenden tijdens de vogeltrek gebeurt door Jok en José, beiden zijn daarvoor opgeleid en bevoegd. Jok is al sinds 1958 actief op deze kooi en opgeleid door zijn voorganger Maurice van de Water; José is vanaf 2021 opgeleid door Jok. Sinds 2015 is ook Bart van de Wiel bij de kooi betrokken. Samen verzorgen ze het kooihondje, voeren de tamme eenden, onderhouden de vangpijpen, kooiplas, kooibos. Ze maken en plaatsen broedkorven en doen mee aan het landelijk zoönose onderzoek (zoals signalering van vogelgriep onder watervogels). Rondleidingen op de kooi worden door hen op verzoek verzorgd, want zij delen allen graag hun kennis met anderen.

Bart Beaard

Foto: Bart van de Wiel, sinds 2015 vrijwilliger op eendenkooi De Sompen. Foto Marijke van de Wiel