Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 204 van Historisch Heusden over Mobilisatie-oorlog-gevangenkamp Dagboek van Huub van Spijk (1907-1947) uit Nieuwkuijk.
Huub werd in Nieuwkuijk geboren op 6 december 1907 en groeide er op in
de Kerkstraat. Hij was een zoon van landbouwer Gijsbertus van Spijk (1868-1949)
en Mechelina Mommersteeg (1877-1915). Als ‘militair geregistreerde’ had hij
zijn dienstplicht vervuld. Daardoor moest hij ook opkomen met de
voormobilisatie in april 1939. Hij werd ingedeeld bij het grensbataljon
Maaslinie, maar in de praktijk was het wachtlopen bij de sluis en de brug in Grave.
Op 28 augustus werd de algemene mobilisatie afgeroepen voor 280.000 soldaten.
Huub bleef tot half januari in Grave en werd toen overgeplaatst naar Gennep.
Aanvankelijk voor het bewaken van de veerpont Oeffelt-Gennep, later bij kazematten in de Maaslinie.
Inval van de Duitsers
Op vrijdagochtend 10 mei 1940, om 3.55 uur, vielen
de Duitsers ook in Limburg ons land binnen. Huub was met twee anderen geplaatst
in een kazemat bij de veerpont Oeffelt-Gennep. Ze waren met twee mitrailleurs
bewapend. Ineens was er het vijandelijk vuur, dat ze danig beantwoordden. In
een korte tijd waren ze een massa munitie kwijt maar van aanvullen was geen
sprake. Met automatische wapens schoten de Duitsers precies op het kijkgat van
de kazemat. Plotseling stak er een hand met een revolver naar binnen.
Hände hoch!
Vanaf dat moment was Huub krijgsgevangene. Met
bebloede mond en gescheurde kleren kwam hij, met twee maten, uit het moordhol gekropen.
Zij moesten nu voorop lopen om bij de volgende kazematten hun kameraden tot
overgave te dwingen. Boven hen zag het zwart van de vliegtuigen. Kanonnen
bulderden met een oorverdovend lawaai. Het was een hel met doden en vele gewonden.
De groep krijgsgevangenen werd steeds groter. Zij werden lopend over de Maasbrug
gejaagd en kwamen aan op het station van Gennep. Huub schreef: ‘De Maaslinie had totale onkunde getuigd’.
Er volgde een dagmars door enorme stofwolken van de droge zand- en grindwegen.
In tegenovergestelde richting kwamen onafzienbare colonnes oorlogstuig. Bij
Heijen gingen ze de grens over en kwamen in Hassum. Onder zware bewaking verbleven
ze er de eerste nacht, ze waren nu met 500 man, op het kerkhof en in de kerk.
Hier werden hun namen geregistreerd. De volgende dag vervolgden ze lopend de
weg naar Üdemerfeld bij Goch en verbleven daar enkele dagen in enkele boerderijen.
Inmiddels was het woensdag 15 mei en werd bekend dat Nederland had
gecapituleerd. Op die dag gingen ze naar het rangeerterrein bij het station van
Üdem-Goch, waar al een rij van 700 krijgsgevangenen stond. Een goederentrein reed
voor. ‘Einsteigen!!’, 60 man per wagon. Nieuwe bestemming: Kamp Bocholt in
Westfalen. Enkele dagen met 2000 man in 5 tenten en slapen op de koude grond. Vervolgens
enkele dagen in barakken met houten kribben. Op zondagochtend 19 mei vertrokken
ze met een goederentrein naar Frankfurt/Oder aan de Poolse grens.
Het traject van de ruim 750 kilometer lange treinreis naar en vanaf
Frankfurt/Oder. Afbeelding Paul Stamps
Fürstenberg/Oder
Aangekomen volgde een voettocht naar het kamp
Fürstenberg, gedeeltelijk nog in aanbouw en bestemd voor 20.000 krijgsgevangenen.
Ze kwamen met omstreeks 600 gevangenen in een barak met masthouten kribben,
drie verdiepingen hoog. Het personeel bestond voornamelijk uit polakken, Poolse
krijgsgevangenen. De eerste dag: douchen en ontluizen. Eenieder kreeg een
huishoudelijke taak. Huub zag er meerdere bekenden en dorpsgenoten. Er was een
vast dagschema. Dagelijks 3-4 maal manoeuvre, exerceren op zandpaden, gymnastiek
en zingen; vooral ‘Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad’. Het
rozenhoedje bidden werd op grote schaal ingevoerd, alsook het zingen uit het
soldatenkerkboek. Over het eten schreef Huub: ‘Zachtjes aan, door de geweldige honger, raak je toch wel wat aan de
kartoffelsoep gewend. Soms zit er wat zuurkool of pulp in, soms wat wortelen en
soms ook weer eens een paar korrels gort, plus natuurlijk een paar schijven van
de beroemde kartoffelen. We krijgen hier ook een kug, meestal met een weinig
jam, wat kunstvet of gestremde ondermelk, wat zij marmelade noemen. Het stukje
brood dat officieel voor twee maaltijden was, aten de meesten ineens op en
hielden dan nog een grote partij honger over’. Soms was er werk, zoals in
de haven schepen laden met 17 meter lange kaarsrechte mastbomen, of mijnhout of
zakken cement. In de haven was er voldoende eten, koffie en sigaretten en zij kregen
een kleine vergoeding: 1 Mark en 5 Pfennig per dag. Op zaterdag 2 juni vernamen
zij dat de vrijlating aanstaande was. Vanaf dat moment was er volop eten,
waarschijnlijk met de bedoeling de gevangenen niet uitgehongerd thuis te laten
komen.
De vrijlating van de
omstreeks 22.000 Nederlandse krijgsgevangen militairen was op 30 mei een ‘Führerbefehl’ van Hitler en bedoeld als gebaar van
goede wil richting het Nederlandse volk. Vanaf
5 juni vond de terugkeer plaats naar meerdere stations, zoals Arnhem, Venlo en
Zevenaar.
Huub van Spijk (1907-1947). Collectie familie van Spijk
Terugreis
Na herhaalde beloften stopte op zaterdagochtend 8
juni 1940 toch eindelijk een lange goederentrein met 45 dichte wagons en konden
ze de vrijheid tegemoet gaan. De wagons waren met ruw getimmerde zitbanken geschikt
gemaakt voor troepenvervoer. Met wel vijftig gevangenen moesten ze in een
wagon. Over de prachtige Oder en via Frankfort, Berlijn, Hannover, Bielefeld, Emmerich
kwamen ze na een reis van ruim dertig uren aan op het grensstation in Zevenaar.
Onderweg werd bij enkele stations gestopt voor eten, drinken en sanitair. In
Zevenaar was er eerst verzorging voor de inwendige mens en een medische inspectie.
Daarna ging de groep deels te voet en deels met een vrachtwagen naar Doesburg. Onderweg
werden ze begroet door een enorme mensenmassa. In Doesburg konden ze zich verschonen. Een groep kappers was
ook aanwezig. Ook waren er dames om telefoonberichten naar huis op te nemen. In
Doesburg werden allen voor één nacht bij particulieren ondergebracht. De volgende
dag werden ze gedemobiliseerd en kregen ze achterstallig traktement. Vervolgens
met de vrachtwagen naar Dieren en met de trein via Utrecht naar Geldermalsen,
met de bus naar ‘s-Hertogenbosch, met de trein naar Vlijmen en in een half uur te
voet naar huis. Op maandagavond van 10 juni 1940 was er thuis een groot welkom.
Huub was wel 46 pond afgevallen! Tijdens en na de oorlog had Huub een zwakke
gezondheid en hij overleed in 1947 in het RK Ziekenhuis in Oisterwijk.
Bart Beaard
Collectie NIOD
Na een lange treinreis keerden krijgsgevangenen in Zevenaar terug op 9
juni 1940. Collectie NIOD beeldnummer 68423.