Monumenten in Heusden: De klokkentoren van Onsenoort

09 aug , 9:17 Monumenten Heusden
M307.5
Collectie SALHA

Verscholen achter hoge bebouwing, omringd door hoge bomen en gelegen binnen de omranding van een gracht staat deze eeuwenoude toren op Onsenoort. De toren bestaat uit een kelder, drie bouwlagen en een schilddak.

De geschiedenis en bouwhistorie ervan staat beschreven in een publicatie van Taco Hermans en Edwin Orsel. Deze verscheen in uitgave 2005-4 in het blad BULLETIN KNOB (Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond). Dit artikel is een aanvulling. Het gaat over de aanpassing van de toren in het begin van de vorige eeuw. Met de aankondiging van de gebedstijden van de monniken kreeg de toren er deze taak bij.

Cisterciënzerklooster
In het begin van de vorige eeuw was kasteel Onsenoort, waartoe de toren behoorde, eigendom van Jonkheer Joseph de la Court. Hij kwam in financiële problemen, waardoor het kasteel met het landgoed verkocht moest worden. Op een veiling in Waalwijk, op 9 december 1903, werd de fransman Abt Bernard Maréchal de nieuwe eigenaar van het kasteel met 12 hectare grond. De Cisterciënzer abt, afkomstig van de Abdij Sainte Marie du Point Colbert te Versailles bij Parijs, moest Frankrijk door het toenmalige felle antiklerikale klimaat samen met zijn medebroeders ontvluchten en was op zoek naar een nieuwe huisvesting. Op 14 mei 1904 hadden alle 13 monniken van de communiteit hun intrek in Nieuwkuijk genomen. Maar het kasteel moest radicaal aangepast worden om de kloostergemeenschap een acceptabele werk- en leefsituatie te bieden. Dat betrof onder meer de bouw van een kloostermuur voor de afzondering van de buitenwereld. Maar ook de bouw van een kapel met kruisgang, vele aanpassingen aan het kasteel,  verhoging van de toren met de plaatsing van een klokkenstoel.

Architect Dony
Middels een handgeschreven briefje, gedateerd 10 december 1903,  bood architect Jules Dony (1865-1949) zich aan voor maken van het ontwerp en het bestek voor de veranderingswerkzaamheden. Dony had architectuur gestudeerd in Leuven (B), was tweetalig en woonde en werkte in ’s-Hertogenbosch. Dony had er een grote staat van dienst. Het verzoek werd ingewilligd en al op 29 februari 1904 presenteerde hij een totaalplan, met een begroting en een schatting van uitvoeringstermijnen. De werkzaamheden werden vervolgens uitgevoerd door de aannemers Jan (1861-1954) en Fridus de Bont (1874-1961) uit Nieuwkuijk. Op 8 juni 1906 waren de werkzaamheden afgerond.

Foto LInks: Foto van het kasteel met rechts de toren vóór 1900, genomen vanaf de zuidwestzijde. Collectie Bart Beaard
Foto Midden: De klokkenstoel met de drie luidklokken. Foto John Vermulst.
Foto Rechts: 
Foto van het klooster met de verhoogde toren na 1906, genomen vanaf de noordwestzijde. Het dakschild van de toren heeft een grote dakkapel, waarin zich de klokkenstoel bevindt. Collectie SALHA

Aanpassing toren
Voor de aankondiging van de gebedstijden van de monniken was een hoog geplaatste klokkenstoel gewenst.  Daarvoor werd de toren met een verdieping verhoogd en werd hierop een klokkenstoel geplaatst. Eerst  werden het oude dak, de zonnewijzer op de zuidgevel en de pleisterlaag op alle gevels verwijderd. Met machinaal gebakken baksteen werd in kruisverband de derde bouwlaag gemetseld; 3,5 m hoog en 1 m dikke muren. De gevels kregen tien rondboogvensters met stalen draairamen. Op de buitenmuren en de zoldervloer werden dakspanten geplaatst voor het schilddak, dat met leien gedekt werd. Op de nok werden op de hoeken smeedijzeren kruizen geplaatst. Op drie zijden van het schilddak werden twee kleine dakkapellen met leiengedekte zadeldaken geplaatst. Aan de kasteelzijde van het dakschild werd een 3,5 m brede dakkapel geplaatst voor de klokkenstoel. Deze kreeg drie klokken met diameters van respectievelijk 66,5 en 2x 53 cm. Deze klokken waren in 1891 bij Caviliers de Carrepuis (F) gegoten. Aan de buitenzijde had de dakkapel een open wand met houten jaloezieën. Hierdoor was het klokkengeluid over het gehele kloostercomplex goed hoorbaar.

De dagindeling van de monniken werd bepaald door de klokken
Door het klokluiden van de zwaarste klok werden gebedstijden voor de kloostergemeenschap aangegeven.  Hiervoor waren reglementen: 03.00 uur metten, rond zonsopgang lauden, 06.00 priem, 9.00 terts, 12.00 sext, 15.00 noon, 17.00 vespers en 19.30 uur completen. Na het handmatig klokluiden hadden de monniken nog enkele minuten om zich naar de kapel te begeven, waarna de koorzanger een aanvang kon maken met het gebed. Drie klokken werden in combinaties gebruikt met een verschillend aantal slagen bij H. Missen, kerkelijke feestdagen, overlijdens, begrafenissen en jubilea. De drie klokken kunnen nu nog luiden met een elektromotorbediening. Maar momenteel wordt alleen de zwaarste klok nog gebruikt voor de halfuurslag, waarvoor de klok voorzien is van een elektromagnetische hamer.

Bart Beaard