Op de gevel van dit voormalige pakhuis, nu Rijksmonument 22053, stond vanaf 1969 de tekst ‘Ga-Wa-Lo Installateur’. In 1996 werd door de voormalige stadsrestaurateur René van Boxtel de tekst vervangen door een door kunstenaar Clemens Briels bedachte tekst ’DOMICILIA DEI ANTIPODI’. Vrij vertaald betekent het ‘Huis van de Tegenvoeters’, refererend aan de verschillende achtergronden van het echtpaar Briels.
Clemens vertelde daarover: ‘Domicilia dei Antipodi’ is een voortvloeisel van een door mij bedachte (en unieke) kunststroming: het Antipodisme. De verbeelding van de tegenoverliggende maatschappij. Een citaat van Wubbo Ockels, die eens een expositie van mij opende; ‘Als er een Noordpool bestaat, moet er ook een Zuidpool bestaan, anders hebben geen van beide bestaansrecht. Zo ook zwart-wit, rond-vierkant. Zo bestaat er een tegenoverliggende maatschappij.’ aldus Ockels. Stadsrestaurateur René kon haast niet anders dan Romaanse kapitalen (Capitalis Monumentalis) gebruiken voor deze Latijnse tekst, zoals deze destijds voor de keizerlijke inscripties op gebouwen en monumenten gemeengoed waren. Dit lettertype werd ruim 2.500 jaar geleden bedacht en gebruikt in het Romeinse Rijk en vormde de basis voor de 26 letters van ons alfabet.
Historie
In de periode
1811-1831, toen het kadaster werd opgericht, was wijnkoper Cornelis Maria
Malingré eigenaar van het 17e eeuwse pand met bestemming ‘koetshuis
en stal’. Hij bezat ook de huidige panden: Stadshaven 17 t/m 20, Molenstraat 4
(toen Molensteeg) en de tuin/boomgaard tussen deze panden. Na zijn overlijden
in 1874 kwam het onroerend goed in het bezit van zijn zoon Rudolf, vervolgens
van zijn dochter Aglaé Keunen-Malingré en nog van meerdere erfgenamen. Het
pand, inmiddels een bouwval, kwam in 1966 in het bezit van het echtpaar
Alexander van Leeuwen en Wilhelmina de Brouwer. Zij wilden het pand
restaureren, waarvoor op 1 december 1969 de vergunning verleend werd. Het
interieur werd geschikt gemaakt voor werkplaats-magazijn. In 1996 kwam het pand
in het bezit van Clemens Briels, die het pand van binnen tot woonhuis
verbouwde.

Foto Links: Het nog niet gerestaureerde pand in maart
1964. Bron: Beeldbank RCE, G.J. Dukker
Foto Midden: Een bijzondere tekst in een bijzonder lettertype. Foto Ad Pellemans
Foto Rechts: Het gerestaureerde
pand. De Latijnse tekst staat op de latei boven de inrijpoort. Foto Ad Pellemans
Bouwstijl
Het pand bestaat uit
twee delen, een voor- en een achterhuis. Het voorhuis is drielaags, waarbij de
bovenste laag zich onder een verhoogd zadeldak bevindt. Dit zadeldak ligt
tussen tuitgevels. De nok van dit dak ligt evenwijdig aan de Hoogstraat. De nok
van het zadeldak van het achterhuis ligt haaks op de Hoogstraat. Dat zadeldak
heeft een dakschild, dat aansluit op het zadeldak van het voorhuis. De daken
zijn gedekt met rode terracotta dakpannen, type kruispan. De daken hebben een
zinken bakgoot. De gevel is gemetseld met ijsselstenen. De begane grond is met
de restauratie opnieuw opgemetseld met geelachtige stenen. Daarboven zien we de
oorspronkelijk roodachtige stenen. In de rechter gevelhoek bevinden zich een
zestal zandstenen blokken. De bovenste verdieping heeft vier kozijnen met
draairamen en enkele buitenluiken. De eerste verdieping heeft een raamkozijn
met schuifraam en dubbele opgeklampte buitenluiken op raamhoogte. Vóór het
schuifraam bevindt zich een Frans balkon.
Linksboven dit venster bevindt zich een bijzonder muuranker: het ondergedeelte is een hart met twee pijlen doorboord, het bovengedeelte zijn twee lelies. De betekenis hiervan is een vraagteken.
De begane grondverdieping heeft twee kozijnen met dubbele draairamen en ook opgeklampte buitenluiken. De kozijnen zijn voorzien van diefijzers in de vorm van spijlen. Alle ramen hebben een kleine roedeverdeling. Centraal staat de hoge inrijpoort met dubbel opgeklampte buitendeuren, wat herinnert aan het vroegere koetshuis. Achter de loopdeur bevindt zich de voordeur van de woning. Boven de poort ligt een latei van zandsteen met tekst. De muurankers, maar ook de scharnieren van de poortdeuren en de luiken, zijn van fraai ijzersmeedwerk. De gevelonderzijde heeft 40 cm hoge grijs geschilderde gecementeerde plinten.
Bart Beaard




