
Het is juli 1974 als de op 2 april 1973 afgewaaide 18 meter hoge toren bijna is herplaatst. Het gesmeed kruis, dat door Nieuwkuijks smid Harrie de Bonth gemaakt is, staat fier bovenop de torenspits. Het is nu belangrijk dat uitgeprobeerd wordt of de door Drunense kunstsmid Rien Willemen gemaakte haan past en ook soepel door de wind kan meedraaien op de pen op het kruis, zodat hij de windrichting kan aangeven.
Wanneer dit goed bevonden is, monteert elektricien Huub Brok de twee draden van de bliksemafleiding vanaf het kruis tot de aardpen. Nu moet de haan door huisschilder Piet van Sambeek nog met bladgoud verguld worden. De steiger wordt nu afgebroken tot aan de voet van de toren. Enkele metselaars en timmerlieden van Bouwbedrijf J. de Bonth van Hulten uit Nieuwkuijk leggen hier nog de laatste hand aan wat restpunten en als die zijn afgewerkt kan de steiger helemaal worden afgebroken.
Een week later heeft Van Sambeek de haan keurig met bladgoud verguld en kan deze door de leidekkers worden geplaatst. Althans daar is iedereen van uitgegaan. Een teleurstelling voor allen, als het hoge woord eruit komt: zij durven het niet!! Een groot probleem voor uitvoerder Jan de Bonth, wiens bedrijf de gehele vervanging van de torenspits heeft aangenomen. De redding komt van de dan 26-jarige Drunenaar Nolleke van Son, metselaar bij de Bonth van Hulten. Hij is nergens bang voor, durft alles en heeft geen hoogtevrees. Nolleke belooft de haan te plaatsen. Het karwei wordt voorbereid en begeleid door Sjef Trommelen, steigerbouwer van het bouwbedrijf.


Foto Links: De torenspits met
luik, klimhaken, kruis en haan. Droneopname Jan Quirijnen
Foto Rechts: De ‘vergulde’ haan
kijkt uit boven Elshouts dreven. Droneopname Jan Quirijnen
De afspraak is dat de plaatsing op maandagmiddag 15 juli 1974 zal worden uitgevoerd. De haan ligt klaar en om beschadigingen te voorkomen wordt het met een wit laken ingepakt. Jan en Sjef klimmen de toren in en nemen de haan en een 20 meter lang touw mee. Vanaf de voet van de toren wringen zij zich tussen de houten schoren omhoog in de torenspits tot aan het dakluik. Dat dakluik is ongeveer 70x70 centimeter en bevindt zich zo’n 5 meter vanaf de voet van de spits.
Nolleke wringt zich door het dakluik naar buiten en houdt zich vast aan één van de klimhaken die aan de steile spits bevestigd zijn. Nolleke klimt zonder enige valbeveiliging omhoog over de 30 klimhaken en neemt het touw mee dat hij om zijn middel gedraaid heeft. Bij het 2 meter hoge kruis aangekomen klimt hij op de zijarmen van het kruis. Die middag is het weliswaar windstil, maar Nolleke kijkt er toch van op dat het kruis met de torenspits zoveel beweegt.
Het touw ligt dan langs de haken en Sjef bevestigt de haan met laken aan het touw. Nolleke trekt de ‘vracht’ omhoog en als die boven is verwijdert hij het laken. Dan komt het spannendste en zwaarste werk. De zes kilo wegende haan moet hij dan ‘boven het hoofd’ op de pen op het kruis schuiven. Daarbij moet hij ook nog een glazen knikker op de pen leggen, welke dient voor een onverslijtbaar draaipunt. Dat lukt hem allemaal en daarmee is het karwei geklaard. De haan kan nu naar verwachting weer een eeuw boven Elshouts dreven ‘uitkijken’. Nolleke kijkt nog even naar beneden en ziet de enorme belangstelling voor zijn karwei, vooral van de schooljeugd. Hij klimt dan van het kruis en laat zich via de haken zakken naar het dakluik.
Beneden aangekomen wachten op hem vele felicitaties. Pastoor van Osch bedankt hem namens het actiecomité ‘Omhoog de toren’ in een kleine toespraak en Nolleke ontvangt van Jan de Bonth ook nog een premie van ƒ 25,-.
Bart Beaard


