Nieuwe column Jack Thomassen

Foto: Fotoclub PS4 fun

Jack Thomassen uit Drunen schrijft columns en korte verhalen. Voor onze lokale site Heusden Nieuws. zal hij regelmatig ook een column schrijven over zijn belevenissen en deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat over Lips als een rode draad

Eerder stoppen
Toen ons pa aan de eettafel erover begon, drong het bij mij nog niet zo goed door. Maar voor hem was het echt een serieus onderwerp. Eerder stoppen met werken. Dat zou voor het LIPS-personeel kunnen, bij een leeftijd van 57,5 jaar. Dit nieuws had de bedrijfsleiding aan hun werknemers bekend gemaakt. Blijkbaar zag ons vader dit wel zitten. Niet dat hij stond te juichen, of zo. Uitbundig gek doen of pure emoties tonen, heb ik hem haast nooit zien doen. Maar dat hij zichzelf dagelijks in zijn volkstuin in de Kasteeldreef zag staan, kon je van zijn gezicht aflezen. Of anders fietsen en wandelen! De lust en het leven voor onze ouders. Er kan volgens mij geen fietspad in Noord-Brabant zijn waar ze niet op hebben gefietst. Pa wist ook overal de weg. Nam je hem geblinddoekt mee de duinen in, dan hoefde hij, bij wijze van spreken, zijn neus maar in de wind te steken of om zich heen te kijken en hij leidde je zonder omweg naar huis. Nee, zich vervelen zou hij zeker niet doen. Alleen… het was nog niet zeker wanneer het inging en of pa bij die groep hoorde. Het werden spannende dagen. Hij was niet gelovig, maar ik denk dat ie stiekem wel een schietgebedje heeft gedaan.

Verhalen verteller
Het werd een NEE. Hij zat er nét niet bij. Jammer, want hij had zich er al een beetje op verheugd. Want na zo’n 40 jaar trouwe dienst, vond hij het wel genoeg. En ik was het roerend met hem eens. 57,5 vond ik toentertijd al aardig op leeftijd. Vergeet niet dat veel mensen, van de generaties voor ons, al vanaf hun 14e (of eerder) het bedrijfsleven in moesten. Vaak omdat er thuis geen geld was om kinderen te laten studeren. Mijn vader heeft na de lagere school bij LIPS de bedrijfsschool doorlopen en heeft daarna altijd een best wel leuke baan gehad. Eigenlijk was hij liever boswachter geworden, of wielrenner. Dat kon natuurlijk niet. Er moest serieus gewerkt worden. Maar pa was goed in wat hij deed en waar ik nog veel trotser op ben, ons pa was een graag geziene man. Ze kenden hem bijna overal. Nu trouwens nog steeds: “Oh? Bende gij d’r ene van Harrie Thomassen? Och, jonguh. Daar heb ik jáááren mee samen gewerkt bij de LIPS! En wat kon die mooie verhalen vertellen, war? Over vrûger wist ie bijna alles, hahaha.”

Tsja, denk ik dan. Hadden we niet mooi bij mij aan tafel al die verhalen op kunnen schrijven? Geloof maar dat ik elke week met een mooi verhaal over het Drunen van vroeger zou komen.  Maar dat is ons niet gegund.

K
Uiteindelijk kon pa dan met 59 jaar wel zijn overalleke aan de wilgen hangen. Wat hij toen maar wat graag deed. 43 jaar bij dezelfde baas gewerkt. Tegenwoordig wordt je daarvoor geridderd. Iets wat ons pa zeer waarschijnlijk toch geweigerd had. Alle poespas met huldigingen en speldjes en hoge meneren, die hem dan ineens wél bij naam zouden kennen, daar had hij een broertje dood aan. Wat zijn kinderen weer jammer vonden. Dan hadden we feest gehad en met een foto in de LIPSBODE komen te staan. Jammer, hoor.

64 jaar werd de goede man slechts. Op die leeftijd is hij ons ontvallen. Na een paar jaar genieten van de VUT werd hij ziek. Leukemie. Ik kan mij echter niet herinneren dat het woord ‘kanker’ ooit uitgesproken is. Eerst was het goedaardig. Later sloeg het om. En elke keer als hij behandeld moest worden, ging hij alleen of met ons ma naar het ziekenhuis. Achteraf besef ik: Waarom ben ik nooit een keer met hem meegegaan? Waarom geloofde ik zijn wegwuifverhalen, dat het allemaal wel meeviel en het vast snel beter zou gaan? Ondanks dat ik weet dat hij tegenslagen en verdriet niet graag met anderen deelde (want: emoties laten zien), heb ik hem nooit een keer bijgestaan tijdens die ellendige behandelingen. Ja, Sjakie. Waarom eigenlijk niet? Dat was toch slechts een kleine moeite geweest? Had toch eens gewoon nagedacht, man. Nu is het te laat. Kutzooi.

Verband?
Mijn oudere neef heeft het altijd gezegd. En als de ziekte van ons pa ter sprake kwam, waren er meer die zich afvroegen of het niet te maken kon hebben met het werk (lees: de rook, bepaalde afvalstoffen, gassen die vrijkwamen bij sommige processen). In de spoorsloot stroomde af en toe ‘gekleurd water’. Giftige reinigingsmiddelen zouden in deze sloot geloosd zijn. Er wordt zelfs een verband gelegd met een hoger percentage mensen met Parkinson, afkomstig uit de omgeving van de fabriek. Ook de vele transporten van vormzand naar plekken in de nabijheid van Drunen geeft de nodige vragen. Maar daar tegenover staat: 1 op de 3 mensen krijgt kanker. Op zovele werknemers natuurlijk ook. Is er geen onderzoek gedaan in al die jaren?

Tegenvaller
Het bijna-ongeluk aan de draaibank, deed mij besluiten in te gaan op de brief van het Nederlandse leger. Ik ging vervroegd in dienst. “Dat is een goed plan, Jack. Dan heb je dat maar achter de rug”, zei mijn vader. Hij hoopte vast dat ik het incident daar zou vergeten en tevens een beetje meer volwassen zou worden. Na de diensttijd kon ik weer bij het bedrijf instromen en de rest van mijn leven braaf dagelijks met mijn fietske naar de fabriek rijden om centjes voor mijn gezin te verdienen. In dienst gingen de wilde haren er wel vanaf. Dacht ie…

Maar de militaire dienst was allang niet meer zoals toen ons pa opkwam. Verre van dat. De wilde haren werden steeds wilder (en langer). Volwassenheid was voor mij nog geen prioriteit. En intussen naderde het einde van de diensttijd gestaag. Pa gooide voorzichtig het balletje op: “Kom je terug in de fabriek?” Mijn antwoord was voor hem een tegenvaller.

Wat als?
Nu ben ikzelf 57. En dus 40 jaar gewerkt (militaire dienst is ook hard werken, hoor). Ben ik nu dan ook een oude kerel? Aan eerder stoppen met werken durf ik allang niet meer te denken. Dat is inmiddels zó ver weg. 68 jaar! Wie zegt dat ik dat ga halen?

Wat als ik nu eens alles op een rijtje zet en mijzelf afvraag: Heb ik de juiste keuzes gemaakt? Uiteindelijk wel, denk ik. We weten allemaal hoe tragisch het met de scheepsschroevenfabriek is gelopen. Het huidige personeel van Wärtsilä mag trots zijn als ze dat wil, het échte LIPS is met het ontslag van honderden werknemers en het verkassen van de schroevenproductie naar andere landen, een trieste dood gestorven. De onzekere periodes binnen het bedrijf waarin banen geschrapt werden, zijn mij bespaard gebleven.

Wat als ik toch teruggegaan was? Misschien had ik geleerd de vele machines te bedienen en hadden pa en ik  een hele hechte band opgebouwd, of… was het wellicht gigantisch geëscaleerd? Het uitgestippelde vooruitzicht, tot mijn 65e aan een machine of op één werkplek staan? En wat was er allemaal nog meer te doen buiten de poorten van LIPS? Het was beter zo.

En nu, na al die jaren? Heel af en toe kom ik nog op de fabrieksterreinen. Een paar jaar geleden bij een dansvoorstelling in de oude gieterij. Op bezoek bij LDM, waar mijn oudste zoon een tijdje werkte. Pas geleden wéér bij LDM, waar mijn kameraad al bijna een heel leven werkt. Hij wel. Dan kan ik echt genieten van de grote hallen, de typische zeskantige tegels, de grote groene deuren, de bekende gezichten (Héée Sjakie! Kom de hier wèrreke jonguh?). En vlak na dit bezoek, heb ik een unieke kans gekregen om in de lege hallen van de gieterij rond te dwalen en foto’s te maken. Geweldig.

HerInneringen
Ondanks het pure nostalgiegevoel, zie ik ook het verval van de gebouwen. De groene deuren die al eeuwen niet meer geschilderd zijn. De kapotte ramen waar de duiven naar binnen vliegen en de boel onder schijten. De tegels die verzakt zijn. Het groen dat verwilderd is en bomen die gesnoeid hadden moeten worden. Ik sta even stil op de plek waar de gigantische schoorsteen heeft gestaan. Ik besef dat ik in de straat sta, waar ik als broekie bijna dagelijks naar de bedrijfsschool liep. Langs het laboratorium, het hoekie om, daar was de ingang met daarachter de leerschool. En dáár! Het trappenhuis naar de kantine. Hoe vaak hebben we die trappen niet bestormd, als jonge gasten die de hele wereld aan konden?

We hebben trouwens thuis nog foto’s van een sinterklaasmiddag, ook in die kantine. En we gingen op vakantie in één van die 3 houten huisjes op ‘Vinkeloord’, waar nu het Autotron staat. Ook hadden we van die aluminium penningen. Daarmee mochten we in het ‘LIPSzwembad’ (bij Duinrand), waar nu tennisbanen liggen. En LIPS liet woningen bouwen voor zijn werknemers. Met een echte douche! Geloof me maar dat dat voor velen een luxe is geweest.

Sentimenten
Drunen zou nooit het Drunen (zoals het nú is) zijn geweest zonder de scheepsschroevenfabriek. LIPS zorgde voor werk, voor groei en dus ook voor welvaart. Onze buurman was in de jaren ’60 haast de enige met een auto in de straat. Een mooie Ford Cortina. Je kon rustig op straat rolschaatsen, of ongestoord haktollen of stoepranden. Dat werd later wel anders.

Maar ik dwaal af. En het verhaal wordt alsmaar langer. Na het bezoek aan het bedrijf en mijn maat, druk ik hem de hand en spreek alvast af: Als ze weer een stap verder zijn met de innovatieve plannen, mag ik nogmaals een kijkje komen nemen. Ik kijk er nu al naar uit.

En stiekem, ja stiekem denk ik eraan hoe het zou zijn om met mijn fietske en mijn broodtrommeltje, net als vroeger weer door de poort te komen rijden en ouderwets de naamkaart onder de prikklok te drukken. Dan zou, zoals dat zo mooi heet, het cirkeltje rond zijn. Of… spreekt hier een sentimentele oude dwaas?

Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan.
Aanvoerder van het lokale nieuws.

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen