Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw hadden Drunen en Elshout nog maar een beperkt aantal verharde klinker- of kunstwegen. Wel waren er in de landbouwgebieden uitgebreide netwerken van zandpaden of karrensporen, al of niet verhard met puin, kolengruis of grint. De paden werden voornamelijk door landbouwers met paard en wagen gebruikt en erlangs lag meestal ook wel een fietspad met de nodige kuilen.
In Drunen was het Nouwlandsche Pad (blauw) voor de verbinding een belangrijk pad. Het meest bekende pad uit de omgeving was het Lieve Vrouwepad (rood) dat begon bij de kapel aan de Elshoutse Steeg in Elshout en in één rechte lijn liep naar de oprit van de woning Grotestraat 40 in Drunen. Bij de kruising met het Nouwlandsche Pad was er een afsplitsing (groen) naar de begraafplaats aan de Achterompad, nu Schoolstraat. Toen in 1886-1887 de Langstraatspoorlijn (zwart) werd aangelegd kreeg het pad een onbewaakte ‘publiekovergang’. Aan de Drunense kant lag ook een spoorsloot o.a. voor het afvalwater van de melkfabriek. De overgang lag ter plaatse van de huidige Spoorlaan, halverwege tussen de Seringenstraat en Acacialaan.
Het Lieve Vrouwepad was een eeuwenoud pelgrimspad voor pelgrims uit de regio Waalwijk-Tilburg die naar de kapel, in het verleden precies op de grens Brabant-Holland, en de kerk in Elshout te bedevaart gingen. Oude verhalen vertellen ook nog dat er een tolpaal gestaan heeft en er tol geheven is. Ook ging de Drunense processie, begeleid door de Harmonie van de Jongenscongregatie, vanaf de Drunense kerk door dit pad. Bijzonder is dat aan het begin van het pad in Drunen omstreeks 1885 de woningen Grotestraat 40 en 42 (afgebroken in 1961)gebouwd zijn door de Diaconie, oftewel de Protestantse Gemeente Drunen, ten behoeve overheidspersoneel.
Tekst en afbeelding Bart Beaard