Jack Thomassen uit Drunen schrijft vele columns en korte verhalen. Ook voor Heusden.Nieuws zal hij net als in 2023 ook in 2024 weer regelmatig een column schrijven over zijn belevenissen en met deze keer weer een nieuwe versie. Deze column gaat over Stoptober.
Locatie: De overvolle parkeerplaats van Van Cranenbroek, de winkel met 'van alles en nog wat' in Dongen.
Dag van handeling: Zaterdag. Eigenlijk een crime om op die dag een warenhuis als deze te bezoeken.
Met: Mijn schoonzuster en ons Rian. Die laatste weet wél op haar duimpje de weg naar, pak 'm beet, de IKEA in Breda te vinden, maar wordt heel onzeker wanneer ze met haar zus naar deze Van Cranenbroek wil gaan. Daarom mag ik voor chauffeur spelen.Reden: Schoonzus is jarig. Op zulke dagen trakteren de zussen elkaar op een gezellig dagje weg. Naar zee, een stad, of ergens winkelen. De IKEA is een andere keer aan de beurt.
Het verhaal: Nadat ik de dames bij de ingang van het parkeerterrein heb uit laten stappen, zie ik al snel dat het weer een gekkenhuis is. Geen plek te vinden om de auto neer te zetten. Stapvoets rijd ik tussen de rijen geparkeerde auto's. Hopend dat er iemand vertrekt. Gelukkig lukt dat. Op een mooie strategische plek. Langs het hek, vlakbij de uitgang van het terrein. De auto heb ik natuurlijk achterwaarts in het vak geparkeerd. Zo heb ik goed zicht op wat er allemaal voorbijloopt.
Zelf gruwel ik van zulke winkels. Als mijn echtgenote hierheen wil, krijg ik spontaan hartkloppingen. Maar vandaag ben ik gevrijwaard om met een winkelkar achter moeder de vrouw aan te moeten sjokken. Dus installeer ik mezelf met een paar koekjes, een fles water en een stapel leesvoer een beetje achterovergeleund achter het stuur.
De hond mocht ook mee. Die laat ik daar op het industrieterrein altijd even uit, maar dat had ik thuis al gedaan. Dus alle tijd om eens lekker op mijn gemak te lezen. De hond heb ik een hondenkoekje gegeven. En een bakje met water. Die gaat lekker slapen. Intussen lopen er mensen voor mijn auto langs om (waarschijnlijk) in file tussen de schappen te schuifelen. Het valt me op dat velen nog even gauw een sigaret opgestoken hebben, voordat ze zich naar binnen begeven. En, om maar direct 'to the point' van dit verhaal te komen: als ze even later terugkomen, roken ze opnieuw. En gaan voorlopig niet stoppen, denk ik.
Misschien heb ik makkelijk praten, want ik heb immers nooit gerookt. Ja, één trek van een sigaret, om precies te zijn. Waarna ik mijn longen haast naar buiten hoestte. 'Ja, en nu moet je dan doorzetten als je ook wilt leren roken', hoorde ik iemand zeggen. Maar ik was er meteen klaar mee. Dit kon nooit goed zijn voor een mens. En maakte 'm direct uit in een asbak. Bah, wat smerig, zeg. Dus als ik al mag zeggen dat ik was begonnen met roken, even zo snel was ik ermee gestopt.
Vroeger rookte bijna iedereen. Mijn ouders ook, net als mijn latere schoonouders. Ons pa vertelde eens dat de huisarts zijn patiënten gerust voorschreef om te beginnen met roken wanneer ze klaagden over stress of spanningen. 'Dat was toen heel normaal. Vooral ook omdat men nog nauwelijks wist wat verslaafdheid betekende. Roken hielp je om wat rustiger te worden. Dus als dat helpt, waarom niet hè?' Nou, aan mij was die rommel niet besteed.
Mijn vrouw rookte al op jonge leeftijd: 'Op verjaardagen stonden er op tafel glaasjes met sigaretten erin. Voor de gasten. Dus eigenlijk niet voor kinderen. Als ons pa en ma niet keken, bietsten we een sigaretje en verstopten we die op de kast, of zo. 's Morgens sliepen ze uit en slopen wij naar beneden om gauw de sigaretten op te roken. Tja, hoe oud was ik toen? Een jaar of 13, denk ik.'
Mijn eigen moedertje heeft ook altijd gerookt. Totdat ze in een verzorgingshuis kwam te wonen. Op dezelfde afdeling woonde een dementerende vrouw. Die eveneens altijd gerookt had. Haar familie kocht geen rookwaar voor het menske. Ons ma had haar pakje sigaretten meestal voor zich op tafel liggen. Wanneer ze even van tafel opstond, 'leende' het vrouwtje wel eens een sigaret. Mijn moeder vond dat niet leuk. Op een dag was ze dat zó beu, dat ze riep: 'En nú ben ik het zat!' Waarop ze het pakje sigaretten weggooide en er nooit meer om gevraagd heeft.
Na 40 jaar, en enkele malen proberen te stoppen, is het Rian uiteindelijk ook gelukt om van die verslaving af te komen. Want laten we het zo maar noemen, toch? En zij is daar niet alleen blij mee, ik vanzelfsprekend ook. En goed voorbeeld deed goed volgen. Niet dat iedereen uit ons gezin (met aanhang) rookte, inmiddels rookt er nog 1 persoon.
Mocht hij dit verhaal lezen, mag hij gerust weten dat ik heus geloof dat het moeilijk is ervan af te komen. Maar goed, een tevreden roker is geen onruststoker. Dus dring ik niet echt aan. Zelf keuzes maken, heb ik ze geleerd.Ondanks dat, houd ik niet minder van hem. Dus hoop ik dat het wel goed komt.
Nog veel meer verhalen als deze zijn van Jack Was Here zijn
hier te vinden