Historisch Heusden: Drunense centrum, verwoest tijdens de bevrijding

06 nov , 11:17 Historisch Heusden
<br>
Salha.nl
Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 203 van Historisch Heusden over Drunense centrum, verwoest tijdens de bevrijding. Op vrijdag 27 oktober 1944 begonnen vanachter het Afwateringskanaal de geallieerde granaatbeschietingen op Drunen, Elshout en Nieuwkuijk.
Bij de Drunense korenmolen was mevr. Jaan Aarts-Coenraad op 29 oktober het eerste dodelijke slachtoffer. De beschietingen werden de volgende dagen steeds intensiever en dagelijks waren er doden en gewonden. Op zaterdagmiddag 4 november 1944 om 16.35 uur brak de hel los met de beschietingen, bekend als het trommelvuur,  door de Schotse legereenheden. De aanval was voorbereid onder de naam ‘Guy Fawkes’. Het hoofddoel was de vernietiging van de Drunense  kerktoren, die door de geallieerden als Duitse uitkijkpost gezien werd, en het verjagen van de in onze omgeving liggende Duitse legereenheden naar het Land van Heusden en Altena. Naast de kerk stond aan de oostzijde het nieuwe gemeentehuis en aan de westzijde de pastorie, waarin pastoordeken Th. Goossens met zijn twee kapelaans Simons, ‘de grote’ en de ‘kleine’, verbleven. Wat verder stond het zusterklooster, waarin een groep van 20 kloosterzusters en 24 ouderen verbleef. Achter de kerk bevond zich de jongensschool, een post waarin Duitsers hun kwartier hadden. In de Achterompad, nu Schoolstraat, stond naast het kerkhof het gebouw van het meisjespatronaat en de huishoudschool. In het gebouw verbleven vier leden van de Orde der Dominicanen. Het is pater Sjef Verschure, die in de bevrijdingperiode in en rondom deze gebouwen een coördinerende rol speelde. Uit de aantekeningen van pater William Schooneman is dit artikel gemaakt.
Salha
De Grotestraat in Drunen vóór november 1944. Links het zusterklooster, midden de pastorie  en daarboven de R.K. Kerk. Rechts het gemeentehuis. Bron SALHA.
Meisjespatronaat
Sinds 29 april 1944 verbleef in het meisjespatronaat een groep van vier leden van de Dominicanenorde. Tot de schoolvakantie verbleef er ook een groep van 28 kostschooljongens, in de leeftijd tussen 12 en 14 jaar. Het gebouw was hen door pastoordeken Th. Goossens beschikbaar gesteld. In opdracht van de Duitsers waren zij geëvacueerd vanuit hun Sint Dominicus College in Nijmegen. Het College was een seminarie waar leerlingen in opleiding waren voor paters Dominicanen. Het patronaatsgebouw had enkele klaslokalen voor vormend onderwijs, voor naailessen en een keuken voor de kooklessen. Het gebouw werd ook gebruikt voor de toenmalige gezondheidszorg van kinderen. Het gebouw had een kleine kelder met een ingang vanaf het ernaast liggende kerkhof.
In de aanloop naar de bevrijding
Op vrijdag 27 oktober arriveerden in Drunen twee vluchtende families. Een familie uit Berlicum en een familie uit Tilburg. Zij vertelden over de wreedheid van een moderne oorlog. Op die dag begonnen ook de beschietingen, wat voor Verschure de aanleiding was om een met een balkenconstructie versterkte schuilkelder te maken tussen het kerkhof en de keuken van het patronaat. De schuilkelder was geschikt voor vier personen en voorzien van stoelen en dekens. De  ingang was afgesloten met een tochtgordijn. Vanwege de granatenregen werd de kelder al in de eerste nacht in gebruik genomen. De twee families zijn ondergebracht in de kelder onder de kerksacristie, een kelder van drie bij zes meter. In de eerste nacht verbleven er al 15 personen: de parochiegeestelijkheid en de twee families met zeven kinderen beneden de zes jaar. Verschure kreeg de volgende dag van moeder-overste van de kloosterzusters het verzoek, de kloosterzusters en de ouderen, door de gevaren van de oorlog te geleiden. Er kwam een derde familie –vader, moeder en acht kinderen – 28 personen in de sacristiekelder. In de kelder bouwde Verschure een ‘slaaplade’ waarin ’s-avonds met passen en meten zeven kinderen beneden de zes jaar gelegd werden. In de volgende dagen nam het granaatvuur dagelijks in hevigheid toe.
<br>
Salha.nl
Het meisjespatronaat in de Achterompad, nu Schoolstraat, was in 1944 in gebruik door uit Nijmegen geëvacueerde paters Dominicanen. Bron SALHA.
Op maandag, 31 oktober, concentreerde het vuur zich op de kerktoren. Vanaf 10 uur hagelden de granaten om de toren, maar bleef wel overeind. De huizen in de omtrek en het oude raadhuis hadden het oorlogsgeweld niet doorstaan. In de kelder van het oude raadhuis waren ook enkele gewonden, die door pater Meijers verzorgd werden.
Op donderdag 2 november, dan is het Allerzielen, poogden de Schotten weer de toren te vernietigen. De onafgebroken beschietingen waren beter gericht. De kerk gaapte grote openingen, maar de toren stond er nog steeds. Ook het zusterklooster en vooral de kapel werden herhaaldelijk getroffen. Pater Verschure was in de voorbije nachten in het zusterklooster gebleven.
Zaterdag 4 november, de dag van de bevrijding
In de voorafgaande dagen was de beschieting hevig geweest, met de ene ontploffing na de andere. Weer verbleef Verschure in het zusterklooster. De zusters en verpleegden schuilden in de kloosterkelder. Maar deze middag was het één onafgebroken roffel van inslaande granaten: het trommelvuur. De meesten bleven in de schuilkelders van de sacristie en klooster, maar enkelen vluchtten naar de schuilkelder van de Broeders in de Stationsstraat, waar omstreeks 700 inwoners van Drunen en geëvacueerde een veilig onderkomen hadden.
Dan komen er twee zuster schreiend in het patronaatsgebouw met het bericht;”ons huis staat in brand en wij weten niet of pater Verschure gered is”. Dan komt Verschure zelf met de boodschap, dat alle zusters en verpleegden gered zijn en in de keuken vertoeven. En opnieuw brak het helse rumoer los van fluitende, gierende en barstende granaten. Gezucht werd: daarbinnen, in het klooster, blijft er geen in leven. Even werd het vuur gestaakt. Dus nu gevlucht!!!
Allemaal een deken om, direct de kelder verlaten, naar de uitgang, door de tuin en naar de keuken van het patronaat. Onder de 44 personen waren er vier 90 jaar en ouder, twee zeer ernstige zieken en enkele bedlegerigen.  Die laatste zijn de keldertrap opgehesen en verder gedragen. De tocht, tijdens beschietingen, was verschrikkelijk. Een der verpleegden, de 94-jarige Jacoba van de Wiel – van der Meijden, werd door een granaat getroffen en was op slag dood. Pastoor Goossens had zijn schuilplaats gevonden op het kerkhof tussen enkele grafmonumenten.
Bevrijd
Drunen bood op zondag 5 november een triest beeld. De Duitsers hadden op ’t laatste ogenblik vóór hun vlucht dynamiet tot ontploffing gebracht, waardoor de toren in elkaar was gezakt. Brand vrat geleidelijk het gewelf van de kerk weg. In de pastorie, zusterklooster en school, in vele huizen laaiden de vlammen nog hoog op. Talrijke huizen waren door granaatvuur volkomen verwoest. Slechts weinige onbeschadigd. Het patronaatsgebouw had zeven voltreffers ontvangen. Het kerkhof was door granaten omwoeld. De negen dagen lange oorlog had onder de Drunense inwoners 24 slachtoffers gemaakt.
Bart Beaard