Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 203 van Historisch Heusden over Drunense centrum, verwoest tijdens de bevrijding. Op vrijdag
27 oktober 1944 begonnen vanachter het Afwateringskanaal de geallieerde granaatbeschietingen
op Drunen, Elshout en Nieuwkuijk.
Bij de Drunense korenmolen was mevr. Jaan
Aarts-Coenraad op 29 oktober het eerste dodelijke slachtoffer. De beschietingen
werden de volgende dagen steeds intensiever en dagelijks waren er doden en gewonden.
Op zaterdagmiddag 4 november 1944 om 16.35 uur brak de hel los met de beschietingen,
bekend als het trommelvuur, door de
Schotse legereenheden. De aanval was voorbereid onder de naam ‘Guy Fawkes’. Het
hoofddoel was de vernietiging van de Drunense
kerktoren, die door de geallieerden als Duitse uitkijkpost gezien werd, en
het verjagen van de in onze omgeving liggende Duitse legereenheden naar het
Land van Heusden en Altena. Naast de kerk stond aan de oostzijde het nieuwe
gemeentehuis en aan de westzijde de pastorie, waarin pastoordeken Th. Goossens met
zijn twee kapelaans Simons, ‘de grote’ en de ‘kleine’, verbleven. Wat verder stond
het zusterklooster, waarin een groep van 20 kloosterzusters en 24 ouderen verbleef.
Achter de kerk bevond zich de jongensschool, een post waarin Duitsers hun
kwartier hadden. In de Achterompad, nu Schoolstraat, stond naast het kerkhof het
gebouw van het meisjespatronaat en de huishoudschool. In het gebouw verbleven vier
leden van de Orde der Dominicanen. Het is pater Sjef Verschure, die in de bevrijdingperiode
in en rondom deze gebouwen een coördinerende rol speelde. Uit de aantekeningen
van pater William Schooneman is dit artikel gemaakt.
Salha
De
Grotestraat in Drunen vóór november 1944. Links het zusterklooster, midden de
pastorie en daarboven de R.K. Kerk.
Rechts het gemeentehuis. Bron SALHA.
Meisjespatronaat
Sinds 29 april 1944 verbleef in het meisjespatronaat een groep van
vier leden van de Dominicanenorde. Tot de schoolvakantie verbleef er ook een
groep van 28 kostschooljongens, in de leeftijd tussen 12 en 14 jaar. Het gebouw
was hen door pastoordeken Th. Goossens beschikbaar gesteld. In opdracht van de Duitsers
waren zij geëvacueerd vanuit hun Sint Dominicus College in Nijmegen. Het
College was een seminarie waar leerlingen in opleiding waren voor paters
Dominicanen. Het patronaatsgebouw had enkele klaslokalen voor vormend onderwijs,
voor naailessen en een keuken voor de kooklessen. Het gebouw werd ook gebruikt voor
de toenmalige gezondheidszorg van kinderen. Het gebouw had een kleine kelder
met een ingang vanaf het ernaast liggende kerkhof.
In de
aanloop naar de bevrijding
Op vrijdag 27 oktober arriveerden in Drunen twee vluchtende families.
Een familie uit Berlicum en een familie uit Tilburg. Zij vertelden over de
wreedheid van een moderne oorlog. Op die dag begonnen ook de beschietingen, wat
voor Verschure de aanleiding was om een met een balkenconstructie versterkte
schuilkelder te maken tussen het kerkhof en de keuken van het patronaat. De
schuilkelder was geschikt voor vier personen en voorzien van stoelen en dekens.
De ingang was afgesloten met een
tochtgordijn. Vanwege de granatenregen werd de kelder al in de eerste nacht in
gebruik genomen. De twee families zijn ondergebracht in de kelder onder de kerksacristie,
een kelder van drie bij zes meter. In de eerste nacht verbleven er al 15
personen: de parochiegeestelijkheid en de twee families met zeven kinderen beneden
de zes jaar. Verschure kreeg de volgende dag van moeder-overste van de
kloosterzusters het verzoek, de kloosterzusters en de ouderen, door de gevaren
van de oorlog te geleiden. Er kwam een derde familie –vader, moeder en acht
kinderen – 28 personen in de sacristiekelder. In de kelder bouwde Verschure een
‘slaaplade’ waarin ’s-avonds met passen en meten zeven kinderen beneden de zes
jaar gelegd werden. In de volgende dagen nam het granaatvuur dagelijks in
hevigheid toe.
Salha.nl
Het
meisjespatronaat in de Achterompad, nu Schoolstraat, was in 1944 in gebruik
door uit Nijmegen geëvacueerde paters Dominicanen. Bron SALHA.
Op maandag, 31 oktober, concentreerde het vuur zich op de
kerktoren. Vanaf 10 uur hagelden de granaten om de toren, maar bleef wel
overeind. De huizen in de omtrek en het oude raadhuis hadden het oorlogsgeweld
niet doorstaan. In de kelder van het oude raadhuis waren ook enkele gewonden,
die door pater Meijers verzorgd werden.
Op donderdag 2 november, dan is het Allerzielen, poogden de
Schotten weer de toren te vernietigen. De onafgebroken beschietingen waren
beter gericht. De kerk gaapte grote openingen, maar de toren stond er nog
steeds. Ook het zusterklooster en vooral de kapel werden herhaaldelijk
getroffen. Pater Verschure was in de voorbije nachten in het zusterklooster
gebleven.
Zaterdag 4
november, de dag van de bevrijding
In de voorafgaande dagen was de beschieting hevig geweest, met de
ene ontploffing na de andere. Weer verbleef Verschure in het zusterklooster. De
zusters en verpleegden schuilden in de kloosterkelder. Maar deze middag was het
één onafgebroken roffel van inslaande granaten: het trommelvuur. De meesten
bleven in de schuilkelders van de sacristie en klooster, maar enkelen vluchtten
naar de schuilkelder van de Broeders in de Stationsstraat, waar omstreeks 700
inwoners van Drunen en geëvacueerde een veilig onderkomen hadden.
Dan komen er twee zuster schreiend in het patronaatsgebouw met het
bericht;”ons huis staat in brand en wij weten niet of pater Verschure gered is”.
Dan komt Verschure zelf met de boodschap, dat alle zusters en verpleegden gered
zijn en in de keuken vertoeven. En opnieuw brak het helse rumoer los van
fluitende, gierende en barstende granaten. Gezucht werd: daarbinnen, in het
klooster, blijft er geen in leven. Even werd het vuur gestaakt. Dus nu gevlucht!!!
Allemaal een deken om, direct de kelder verlaten, naar de uitgang,
door de tuin en naar de keuken van het patronaat. Onder de 44 personen waren er
vier 90 jaar en ouder, twee zeer ernstige zieken en enkele bedlegerigen. Die laatste zijn de keldertrap opgehesen en
verder gedragen. De tocht, tijdens beschietingen, was verschrikkelijk. Een der
verpleegden, de 94-jarige Jacoba van de Wiel – van der Meijden, werd door een
granaat getroffen en was op slag dood. Pastoor Goossens had zijn schuilplaats
gevonden op het kerkhof tussen enkele grafmonumenten.
Bevrijd
Drunen bood op zondag 5 november een triest beeld. De Duitsers
hadden op ’t laatste ogenblik vóór hun vlucht dynamiet tot ontploffing gebracht,
waardoor de toren in elkaar was gezakt. Brand vrat geleidelijk het gewelf van
de kerk weg. In de pastorie, zusterklooster en school, in vele huizen laaiden
de vlammen nog hoog op. Talrijke huizen waren door granaatvuur volkomen
verwoest. Slechts weinige onbeschadigd. Het patronaatsgebouw had zeven
voltreffers ontvangen. Het kerkhof was door granaten omwoeld. De negen dagen
lange oorlog had onder de Drunense inwoners 24 slachtoffers gemaakt.
Bart
Beaard