
Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 236 van Historisch Heusden over ‘Ontzet van Heusden op den 21 sept, 1787'. Nederland verkeerde in de jaren na 1780 in een staat van burgeroorlog. Tegenover hervormingsgezinde burgers die zich Patriotten noemden, stonden behoudende Orangisten die aanhangers waren van stadhouder Willem V.
Er was kritiek op de prins die dat bestuur maar liet begaan. De Patriotten wensten een einde aan corruptie, bepleitten een eerlijke lastenverdeling, godsdienstvrijheid, ongecensureerde pers, uiteindelijk een democratisch gekozen bestuur. Ook roerden zich vele bewoners van Brabant. Brabant was sinds de oprichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1581 een Generaliteitsland. Ook in Heusden stonden Prinsgezinden en Patriotten fel tegenover elkaar. Beide partijen hadden nagenoeg evenveel aanhangers, doch de Prinsgezinden hielden alsnog het gezag in handen.
Patriotten in Heusden
De grote bezieler
en voorman van de Patriotten in Heusden was de advocaat Johannes Conradus de
Kock. Het lukte hem en een groep Patriotten, ook wel Keezen genaamd, om op 6
januari 1787 de macht in Heusden te grijpen en het stadsbestuur naar
hun hand te zetten. Heusden was toen de eerste stad van de provincie Holland
met een democratisch revolutionair stadbestuur. Op 10 mei kwamen vertegenwoordigers van de Staten
van Holland naar de stad, zetten de nieuwe regeerders af en herstelden het oude
gezag. Het hielp echter niets. Eind juni waren de Staten van Holland zo
verzwakt en voelden de Heusdense Patriotten zich zo sterk dat zij weer aan de
macht kwamen. De machtswisseling werd aanvaard en vele steden volgden het
Heusdens voorbeeld. Lang zou dit niet duren, want op 21 september werd met hulp
van het Pruisische leger de patriottische weerstand weer gebroken.
Pruisisch leger
In september
1787 waren de spanningen tussen de Orangisten en Patriotten tot
uitbarsting gekomen. De aanleiding hiervoor was een voorval op 28 juni bij de Goejanverwellesluis vlakbij
Gouda. Een groepje gewapende Patriotten uit Gouda versperden de doorgang
van prinses Wilhelmina (1751-1820), de echtgenote van Willem V (1748-1806),
die op reis was van Nijmegen naar Den Haag. De prinses werd ook enkele uren
gegijzeld in een nabijgelegen boerderij. De broer
van Wilhelmina, Frederik Wilhelm II (1744-1797), de koning van
Pruisen, eiste genoegdoening voor deze belediging alsook een zware bestraffing
van de schuldigen. Toen enige reactie uitbleef stelde hij een ultimatum op 9
september. Toen ook dit onbeantwoord bleef, viel Frederik Wilhelm op 13
september met een troepenmacht van 26.000 goedgetrainde huzaren bij Nijmegen de
Republiek binnen. In de dagen erna volgde een bezetting in plaatsen waar
Patriotten het bestuur vormden en kregen de Orangisten weer greep op de stads-
en dorpsbesturen. De bezettingen gingen gepaard met veel geweld met het gevolg
dat duizenden Patriotten, beducht voor wraak, met hun gezinnen naar België
en/of Frankrijk vluchtten.
Heusden ontzet
Ook Heusden ontkwam niet aan een
bezetting door het Pruisische leger. In de vroege ochtend van 21 september kwam
daar een detachement aan, bestaande uit zes Pruisische lansiers, onder commando
van een onderofficier, voorafgegaan door een hoornblazer en gevolgd door een
menigte bij de ophaalbrug vóór de Wijkse Poort. De menigte bestond uit talloze
Gelderse boeren en volk uit het Land van Heusden en Altena, voorzien ‘met
geweeren, eyken knotsen, knuppels en ander tuyg‘. Zij eisten dat het
gemeentebestuur de brug direct liet vallen en dat de Pruisische lansiers en de Prinsgezindten
vrije toegang in de stad kregen. Anders zou het hoofdleger de stad bombarderen.
Daar de Patriotten geen lust hadden in een bombardement, lieten zij de brug
zakken en ontvingen zij de lansiers, waarna de Orangisten het stadsbestuur weer
innamen. Door de burgerij werd onder gejuich de oranje vlag op de toren van het
stadhuis gebracht. De stad werd vervolgens enige dagen de gewillige prooi van
moedwillige baldadigheid, dronkenschap en plundering. Kort maar hevig werd onder de
Patriottische burgerij huisgehouden en werden er hun 52 ‘aanzienlijke huizen’ volkomen
geruïneerd.



Foto Links: De gedenkpenning ‘Ontzet van Heusden, 21 september 1787’. Bron: Gouverneurshuis Heusden
Foto Midden: Stadhouder Willem V van Oranje-Nassau (1748-1806) met zijn gemalin prinses
Wilhelmina van Pruisen (1751-1820).
Foto Rechts: Johannes Conradus de Kock, *Heusden 28.1.1756, †Parijs 24.3.1794, ca. 1793. Bron: Musée Carnavalet, Parijs.
Frederik
Christiaan Tromer, de patriottisch stadssecretaris van Heusden, schreef
hierover in zijn persoonlijke dagboek: Alle bestuurders waren even verward,
wanhopig en vreselijk geschrokken en niemand wist wat te doen. “De stad kon
niet verdedigd worden,” werd er gezegd. “De officier van de hoofdwacht is
gevlucht. De stadssleutels van de Oudheusdense poort zijn op een clandestiene
wijze door de Orangisten meester gemaakt. De wachten van de poort vertrekken
ook. Niemand durft de wal op, want alle kanonnen zijn wel geladen, de lonten
zijn weggehaald en de kanonniers zijn weggevlucht!”. Tromer zag dat de Herptse
poort en de Oudheusdense poort open stonden. Iedereen kon gewoon de stad in en
uit. Dat betekende ook dat de huursoldaten, ook wel auxiliairen genoemd, met
wapen en al vertrokken waren richting Hedikhuizen. De vrijwillige soldaten
lieten alle wapens vallen en ontvluchtten de stad of zochten een schuilplaats
in een van de kelders. Alle kopstukken van de patriottenpartij ontvluchtten de
stad. Na een week was de rust in de stad teruggekeerd.
Johannes Conradus
de Kock
Ook
hij vluchtte met zijn gezin naar Frankrijk, waar hij zich definitief vestigde. Maar
na de Franse Revolutie in 1789 kwam hij in de problemen met Maximilien de
Robespierre, de nieuwe Franse leider. Dat leidde ertoe dat hij op 24 maart 1794
naar het schavot op de Place de la Concorde werd gebracht. De guillotine maakte
een einde aan het leven van één van de belangrijkste wedijveraars van vrijheid
en democratie in Nederland. Hij was ook de enige Nederlander die met de Franse
guillotine onthoofd is.
Gedenkpenning
Vanwege
de gebeurtenissen op 21 september 1787 werden er gedenkpenningen gemaakt. Op de
voorzijde zijn soldaten afgebeeld op weg naar de stad. De achterzijde van de penning is
een uitbeelding van het spotrijmpje: Zeven Pruisse knechten / En een boeren
hoop / Die joegen zonder vechten / De Keezen op de loop.
Bataafse Republiek
Met
behulp van het Franse revolutionaire leger wisten de Patriotten, die zich
inmiddels Bataven noemden, in de winter van 1794/95 een omwenteling tot
stand te brengen en ontstond de Bataafse
Republiek. Prins Willem V en prinses Wilhelmina vluchtten
op 18 januari 1795 naar Engeland. De dag erna werd als startdatum van de nieuwe
Republiek aangehouden en kreeg Heusden een nieuw stadsbestuur. Voor een positieve
en solide uitstraling besloot het bestuur al snel om de vervallen Gijselpoort
aan de Stadshaven af te breken en de nieuwe Visbank te bouwen. In Nederland is
dit het enige monument dat aan de Bataafse Republiek herinnert.
Bart Beaard





