Monumenten in Heusden – M249 Rijksmonument 37877 - Kasteel d’Oultremont

11 jun , 17:30 Monumenten Heusden
m3002
Bart Beaard

Het kasteel werd in 1875 onder architectuur van H.J. Tulder gebouwd op de fundamenten van het poortgebouw van het voormalige kasteel Steenenburg. In de afgelopen jaren is het kasteel gerestaureerd en het zal het binnenkort een andere bestemming krijgen. In dit artikel een bouwkundige beschrijving van de voorgevel, die in hoofdstukken is opgedeeld in twee hoofdbouwdelen, links en rechts. Het rechterdeel is lager en minder fantasierijk uitgevoerd. Het hogere linkerdeel heeft de allure van een kasteel en bestaat uit een entreepartij en een woongedeelte.

1. zadeldak links
Het hoofddak ligt tussen twee met zinkplaat afgedekte topgevels. Het dak is met leien gedekt, in maasdekking en gehaakt. Oorspronkelijk waren het leien uit de groeven van het franse Fumay, die in 1971 werden gesloten. Nu zijn er donkerpaars-grijze leien gebruikt uit de groeven Penrhyn in Noord-Wales (UK). Beide schoorstenen zijn gemaakt in versierend metselwerk. Aan de voet van het dak is houten bakgoot aangebracht, ondersteund door consoles met een terracotta leeuwenkop als versiering. Beide zijn in de kleur loodwit geschilderd.

m3002
Bart Beaard

2. zadeldak rechts
Het dakvlak ligt onder de rand van de rechter topgevel, aan de linkerzijde sluit het dak aan op een achterliggend zadeldak. Het dak is gedekt met natuurrode dakpannen, type OVH – Opnieuw Verbeterde Holle, van het fabricaat Wienerberger. Aan de onderzijde eindigt het dak met een zinken bakgoot

3. middengevel – entree
Het middengedeelte bestaat uit twee achtkanten ingesnoerde torens met een tussengedeelte. De vorm doet denken aan een poortgebouw. Het geheel is in een roodbruine kleur gekaleid. Bij kaleien wordt met een blokkwast een kalkpleister in kleur aangebracht, waarbij de structuur van de bakstenen muur zichtbaar blijft. Alle uitspringende en versierende ornamenten zijn gepleisterd en in natuursteen kleur geschilderd. Op het tweelaagse tussengedeelte rust een trapgevel. De trapgevel en de verdieping van het tussengedeelte zijn zichtbaar gemetseld in kruisverband. De begane grond is gepleisterd.

De trapgevel heeft aan de bovenzijde een toppilaster en aan de onderzijde wordt de gevel beëindigd door twee soortgelijke pilasters. De treden van de trapgevel en de pilasters zijn bedekt met natuursteen platen. De tweelaags spitse torens zijn achtkantig en met de oorspronkelijke Fumay-leien gedekt. Op de spitsen van de torens staan windvanen. De goten van beide torens zijn uitgevoerd als bij de linkergevel.

Bart Beaard

De begane grond van het tussengedeelte omvat de hoofdingang, bestaande uit een hardhouten vleugeldeur met zijlichten en bovenlicht. De deur en zijpanelen hebben een paneel en drie ramen. Boven de bovendorpel van de deur is een vierdelig en gedeeld bovenlicht, aan de bovenzijde uitgevoerd als korfboog. Al het glas-is-in lood heeft een ruitvormig motief. Op de eerste verdieping is een venster bestaande uit vier pilasters waartussen ramen. Boven de ramen zijn bovenlichten als rondbogen. In de trapgevel is een soortgelijk maar kleiner raam met een rondboog omlijsting van gesmoorde baksteen. Op de verdiepingsscheiding bevindt zich een stroomlaag, d.w.z. een laag schuin geplaatste stenen. Omdat deze laag doorloopt tot en met het linker geveldeel bindt hij de twee delen van de hoofdbouw samen tot een geheel.

4. linkergevel

De oorspronkelijke gevel is in kruisverband gemetseld met roodbruine baksteen. De geblokte omlijsting van de zes vensters met pilasters en rondbogen is van gesmoorde baksteen. De 80 cm hoge en vooruit liggende plint is ook gemetseld met gesmoorde baksteen. De vensters hebben twee draairamen en een gedeeld rondboog bovenlicht. Alle vensters hebben natuursteen onderdorpels. Aan de linkerzijde is een aangebouwd en afhangend hoektorentje, dat in versierend metselwerk is opgebouwd uit een voet, twee schachten en een achtkantige met leien gedekte spits. Aan de voet bevindt zich een natuurstenen ornament. Op de spits is een goudkleurige windvaan.

Bart Beaard

5. rechtergevel
De gevel is zichtbaar in kruisverband gemetseld en geelachtig gekaleid. De verdieping heeft drie schuifraamkozijnen met zesruits opschuifbaar onderraam en drieruits vast bovenraam. De begane grond heeft links een schuifraamkozijn met een zesruits opschuifbaar onderraam en een zesruits vast bovenraam.

Rechts zijn er twee dubbel-achtruits draairamen met middenstijl en bedekt met een rooster. Alle vensters hebben aan de onderzijde natuursteen dorpels en aan de bovenzijde blinde en verdiepte korfbogen met erboven een steenshoge rollaag. De vensters van de begane grond hebben opgeklampte luiken. In deze gevel bevinden zich ook dertien gesmede ankers in verschillende lengtes.

Bart Beaard