Historisch Heusden: Over het Armbestuur Drunen

Foto: Geert Kilwinger

Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 102 van Historisch Heusden over het Armbestuur Drunen.  Het Burgerlijk Armbestuur heeft naast kerkelijke en particuliere instellingen op het gebied van de armenzorg een belangrijke rol gespeeld in de hulpverlening in geld en goederen aan armlastige inwoners van een gemeente. Van een bevriende heemkundige heb ik onlangs archiefstukken ontvangen van het Rooms Katholieke Armbestuur Drunen. Voor mij een mooie aanleiding om hierover te schrijven.  

Een kopie van de akte van de Tafel van de H. Geest van 27 mei 1379

Tafels van de Heilige Geest
Vanaf de middeleeuwen beschikt de Tafel van de H. Geest over middelen om de plaatselijke armenzorg tot uitvoering te kunnen brengen. Deze middelen bestaan voornamelijk uit opbrengsten van landen en geïnvesteerde gelden. Particulieren en de R.K. kerk schenken stukken grond, waaruit zij inkomsten kunnen trekken. Dergelijke giften worden zeer secuur en rechtsgeldig vastgelegd voor de schepenbank van Drunen. Deze akten zijn nog bewaard gebleven, berusten in het streekarchief SALHA te Heusden en geven een beeld van de oude Drunense historie. Oud-streekarchivaris Tom van der Aalst† heeft van een 19-tal akten de transcripties gemaakt en hierover in Met Gansen Trou gepubliceerd. De oudste akte dateert 27 mei 1379 en vangt aan met: ‘Schepenen van Drunen oorkonden dat Heijwich Wyesdochter overgeeft aan de Tafel van de H. Geest van Drunen een erfelijke pacht van vier lopen rogge per jaar, gaande uit drie „gheerden” land in de ban van Drunen’.

Invloed Franse tijd.
Met de invoering van de nieuwe gemeentelijke organisatie naar Frans model in 1811 verandert ook de organisatie van de burgerlijke armenzorg. In de periode 1811-1815 fungeren in de Noord-Brabantse kantons de ‘Bureaux de Bienfaisance’ (Bureaus van Weldadigheid).

Burgerlijk en R.K. Armbestuur, begin 19e eeuw
Met de Armenwet van 1854 komt er in elk dorp en gemeente een Burgerlijk Armbestuur, bestaande uit een voorzitter en twee leden, benoemd door de gemeenteraad op voordracht van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad stelt de reglementen vast en de Burgerlijke Armbesturen zijn verplicht financiële verantwoording af te leggen aan het gemeentebestuur.

De kerk is niet altijd gesteld op staatsinmenging en ziet het als hun plicht om voor hun eigen armen te zorgen. Het R.K. Armbestuur bekostigt de uitdelingen, meestal in geld, uit het eigen vermogen. Is dat niet toereikend, dan worden zij gesubsidieerd door de gemeente. Het vermogen is in feite overgenomen van de oude Tafels van de H. Geest en bestaat uit onroerend goed en renten. Hoewel kerkelijke en particuliere instellingen van armenzorg meer bewegingsvrijheid hebben, zijn zij als gevolg van de Armenwetten van 1854 en 1912 als ‘instellingen van weldadigheid’ wel verplicht jaarlijks opgaven aan het gemeentebestuur te verstrekken over het aantal ondersteunden en de inkomsten en uitgaven. In het katholieke Brabant spelen ook de conferenties van de R.K. Vincentiusvereniging sinds midden 19e eeuw een belangrijke rol. Bij sterke Vincentius- en  Elisabethverenigingen hoeft de gemeentekas minder te worden aangesproken voor steunverlening.

In de Caritaskapel van de St. Jan in ‘s-Hertogenbosch staan beelden van Elisabeth en Vincentius, gemaakt door Elshouts kunstenaar Hendrik van der Geld

De Hervormde gemeenschap heeft ook de opdracht om armen bij te staan. Ook zij kennen legaten en andere nalatenschappen als bron van inkomsten. Hiervoor kennen we in Drunen vanaf 1806 het Nederlands Hervormd Kerkelijk Armbestuur of wel Diaconie Armbestuur. In Drunen staan enkele woningen die in het begin van de 20ste eeuw gebouwd zijn om protestantse gezinnen te kunnen opvangen.

Burgerlijk Armbestuur in geval van ‘volstrekte onvermijdelijkheid’
In de gemeenteraadsvergadering van 14 april 1913 wordt een nieuw reglement vastgesteld , ter vervanging van het reglement van 18 juni 1873. De leden van het Burgerlijk Armbestuur beslissen over de hulpverlening aan armlastige inwoners, die niet tot een kerkelijke gezindte horen en in geval van ‘volstrekte onvermijdelijkheid’ in aanmerking komen voor bedeling door de gemeentelijke overheid.

Ontvangen archiefstukken
De archiefstukken, die ik ontvangen heb, gaan over de periode 1880-1888 van het R.K. Armbestuur van Drunen en bevatten de notulen van de bestuursvergaderingen, correspondentie, de boekhouding, begrotingen, rekeningen en beheer van het vermogen.

En natuurlijk ook stukken over uitgaven en uitdelingen ten behoeve van armlastigen.

Vooral ook facturen van middenstanders voor verleende diensten of geleverde goederen. Opvallend zijn de vele facturen met heel veel leveringen van de textielwinkels N. Merkx, Joh. Verdiesen en H. Kobussen. Stoffen, in ellen gemeten, zoals: baalkatoen, schortenbont, Turks leer, merino, blauwe nassau, blauwe baai, broekstof, ijzersterk, wit piqué molton, blauw dimet etc. Maar ook knotten sajet of een paar kousen, huur van een woonkamer of van een kachel met potje, een huisreparatie of een jaaruitkering, of hout in Kanades en denne. En op 1 april 1888 ontvangt penningmeester Joh. Veltman ƒ152,25 rente van de Amsterdamse firma Testas & Waller, commissionairs in effecten, voor ƒ8700 en dat zou nu ±€125.000 zijn.

Één van de vele facturen, met belastingzegel, aan het R.K. Armbestuur

Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Zorg
In 1953 gaat in Drunen het Burgerlijk en R.K. Armbestuur over in de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Zorg. De gemeentelijke overheid wil afstappen van de oude structuur van weldadigheid en de ondersteuning wil men beschouwen als een maatschappelijke zorg. Men vindt dat sedert de instelling van het Burgerlijk Armbestuur de behoefte sterk gewijzigd is. De behandelingen van aanvragen zullen meer gebeuren door een gemeentelijk ambtenaar, die speciaal belast is met sociale regelingen, in plaats van leden van het R.K. en Burgerlijk Armbestuur. Men wil ook meer preventief werken. De functie van de maatschappelijk werker(ster) verschijnt. Het is een voorloper van de gemeentelijk sociale dienst.

Invoering Algemene Bijstandswet in 1965
Op 1 januari 1965 treedt de Algemene Bijstandswet in werking. Tot die datum is de uit 1912 daterende Armenwet van kracht geweest. De belangrijkste verbetering van de nieuwe wet schuilt in het recht van iedere Nederlander, die niet in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud kan voorzien, op bijstand. Het is een Rijksregeling die uitgevoerd wordt door de gemeente. De meer of minder geregelde liefdadigheid van financiële bijstand wordt een recht van de burger. Er komt weliswaar geen eind aan kerkelijke en particuliere instellingen van armenzorg. Sommige instellingen, zoals Vincentius, zetten zich in voor de ‘nieuwe armen’ van onze maatschappij.

Bart Beaard

 

 

Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan. Aanvoerder van het lokale nieuws.

< Kijk hier voor agenda
< Volg HeusdenNieuws ook via
Facebook
< Wist u dat wij iedere morgen meer dan 3500 nieuwsbrieven verzenden
< Wist u dat wij iedere dag meer dan 10.000 bezoekers hebben op onze website
< Adverteren op Heusden.Nieuws.nl stuur een
mail

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen