Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 215 van Historisch Heusden over Carel Willem Pape (1788-1872), predikant en kerkbestuurder te Heusden. Onder deze titel verscheen in 1992 in de serie van Stichting Zuidelijk Historisch Contact het academisch proefschrift van Abraham Vroon.
Carel Willem Pape werd geboren op 19 december 1788 te Breda als oudste zoon van Johanna Goedvree en de Duitse immigrant Carl Friedrich Pape, grossier en slijter in wijnen, sterke drank en azijn. Carel huwde op 7 november 1811 met Justina Jacoba de Bruyn (1790-1876). Zij kregen zeven zonen en twee dochters. In 1815 werd vanuit Heusden een beroep op hem uitgebracht. Hij aanvaardde dit beroep en hij werd bevestigd tot predikant van de Hervormde Gemeente Heusden, Oudheusden en Herpt. Hij bleef dat tot zijn emeritaat in 1851. Hij werd opgevolgd door zijn zoon ds. Carel Johannes Frederik, die in Heusden al in 1837 als hulppredikant beroepen was. Pape overleed op 1 juni 1872 in Den Haag.
Jeugd en studie
Carel Willem Pape volgde de Latijnse school in Breda
en in de jaren 1806-1811 studeerde hij theologie in Leiden. De tijdens zijn
studentenjaren heersende theologische stroming, het
rationalistisch-supranaturalisme, heeft Pape sterk beïnvloed. Men probeerde in deze theologische stroming de
verworvenheden van de Verlichting te combineren met een kern van de orthodoxe
traditie. Het sleutelbegrip in Pape's theologie en prediking was "de
liefde": de liefde van God voor de mensen, de liefde van de mensen jegens
God en de liefde tussen de mensen onderling. Naast dit sleutelbegrip benadrukte
hij sterk het principe dat alleen de Bijbel en niet de menselijke
belijdenisgeschriften het richtsnoer voor ons denken en handelen moest zijn.
Opvallend was zijn verering voor de apostel Paulus. Hij vergeleek zichzelf in
zijn doen en laten als predikant en kerkbestuurder graag met deze apostel. De
moderne theologie heeft hij fel bestreden.
Foto Links: De NH-kerk van Herpt. Pape preekte regelmatig in deze kerk. Op de
begraafplaats werden zijn kinderen Marius en Fritsje begraven. Het kerkgebouw
is in 1944 door de Duitsers verwoest. Bron SALHA.
Foto Rechts: Het voormalige kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk in de
Gasthuisstraat. In het jaar 1841 is de
kerkgemeenschap gestart als Christelijke Afgescheiden Gemeente van Heusden. Foto
Ad Hartjes
Een Brabantse kerkbestuurder
Na de voltooiing van zijn studie was Pape drie jaren predikant
in Renswoude, een half jaar te Sint-Michielsgestel en ruim 36 jaar in Heusden. Al
in 1815 had hij de naam een talentvol prediker en een goed bestuurder te zijn. Zijn
loopbaan kende vele kerkbestuurlijke functies zoals lid (1838-1840) en
president (1840-1851) van het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Brabant. In die
functie heeft hij zich bijzonder ingezet om de kleine hervormde gemeenten in
stand te houden. In 1844 stichtte hij met andere Brabantse predikanten de meer
algemene en niet tot Noord-Brabant beperkte protestantse vereniging ‘Christelijk Hulpbetoon’. De
activiteiten van deze vereniging waren er op gericht om protestanten financieel
en moreel te steunen in een omgeving waar zij ten opzichte van de katholieken
sterk in de minderheid waren. In Noord-Brabant kennen we hiervoor ook de
Maatschappij van Welstand.
Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen in Noord-Brabant
Pape's liefde voor Brabant kwam ook tot uiting in zijn
belangstelling voor de geschiedenis van zijn omgeving. Vanaf 1818 liep hij met
de gedachte rond in zijn provincie een genootschap voor kunsten en
wetenschappen op te richten. Hij besprak dit idee met de opeenvolgende
gouverneurs van Noord-Brabant en met medewerking van Cornelis Hermans en Hendrik
Palier leidde dat op 8 maart 1837 tot de oprichting van dit Genootschap.
Hermans had het idee voor een provinciale bibliotheek en boekhandelaar Palier
had een prachtige verzameling boeken en handschriften over de Brabantse
geschiedenis en wilde dat in een provinciale bibliotheek onderbrengen. In het
eerste decennium van het bestaan van het genootschap nam Pape deel aan de
activiteiten. Zijn oudste zoon Justus, aanvankelijk officier van justitie in
's-Hertogenbosch, was onder andere als secretaris een zeer actief lid. De
kleinzoon van Carel Willem Pape, Cornelis Peter David Pape, schonk in 1922 bij
testament ƒ 100.000,- aan het Provinciaal Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen in Noord-Brabant. Hiermee kon de voormalige Sint-Jacobskerk te
's-Hertogenbosch worden aangekocht om na de verbouwing dienst te doen als Noordbrabants Museum.
Heusden
Grote betekenis heeft Pape gehad voor de Heusdense
gemeenschap, waar hij 36 jaar predikant was en bijna 30 jaar rector van de
Latijnse school. Daarnaast nam hij actief deel aan het culturele en
maatschappelijke leven van het stadje. Daartoe richtte hij met de Heusdense
notabelen een departement op van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Via
het departement stichtte hij een armenschool. Hij schreef een tweedelig
leesboek over de geschiedenis van Heusden en omgeving, De Stad en het
Land van Heusden, een leesboek voor de jeugd, dat werd uitgegeven in
's-Hertogenbosch in 1824/1825.
De Afscheiding
in het Land van Heusden en Altena van
1834
In de kerkgeschiedenis van het Land van Heusden en
Altena heeft Pape een belangrijke rol gespeeld rond de Afscheiding van 1834
waarbij gereformeerden zich afscheidden van de hervormden. Als scriba van de
classis Heusden van de Nederlandse-Hervormde Kerk moest hij optreden tegen de ‘Club
van Scholte, een orthodoxe vriendenclub bestaande uit de predikanten: Hendrik Scholte
(1805-1868) in Doeveren, Gansoyen en Genderen, George Gezelle Meerburg in
Almkerk en voormalig studiegenoot Joh. van Rhee in Veen. Pape hechtte sterk aan
eenmaal ingestelde regels. Scholte daarentegen was een zeer onafhankelijke
geest en lapte allerlei kerkelijke reglementen aan zijn laars. Pape trad zeer
krachtdadig op tegen deze predikanten en hun volgelingen, omdat zij de eenheid
van zijn kerk bedreigden. Hij vreesde namelijk dat een uiteengevallen
Nederlandse-Hervormde Kerk een gemakkelijke prooi zou worden van het
opdringende rooms-katholicisme. Scholte werd de grote tegenspeler van Pape en moest vertrekken. De minister van Eredienst en de koning werden daarvan op de hoogte gesteld. Dit leidde tot een Koninklijk Besluit nr. 83 van 3 maart 1835 van
Z.M. Koning Willem I dat het Classicaal Bestuur van Heusden de pastorie in
Doeveren moest ontruimen. Dat gebeurde met hulp van de marechaussee uit
’s-Hertogenbosch, terwijl predikant Scholte op het grasland in de pastorietuin
voor een grote menigte predikte.
Carel Willem Pape. Litho van H.A. Bloemen. Bron Rijksmuseum Amsterdam
Mede door zijn ferme optreden kon Pape snel carrière maken in het kerkbestuur. Hij kwam in de provinciale en landelijke bestuursorganen met als bekroning het voorzitterschap van de synode in 1851-1852.
Bart Beaard